Vertrektpunt is het politiek debat, losgekomen n.a.v. de regeringsonderhandelingen. De rechterzijde die de verkiezingen won slaagt er niet in haar politiek om te zetten in een stevig rechts beleid.
In wezen is dat de negatieve bevestiging van het project van CAP en van de andere politieke initiatieven die uit het generatiepact zijn voortgekomen zoals SP.a-ROOD, de 15 decemberbeweging enz.
De maatschappij is linkser dan de verkiezingsuitslagen doen uitschijnen. De politiek is zwakker dan de linkse oppositie vermoedt. De polarisatie is vooral een kloof tussen " die van boven" en "die van de vloer" meer dan een duidelijke ideologische links-rechtspolarisatie. Het politiek debat wordt communautair gespeeld en verbergt daardoor de sociale druk vanuit de
werkende bevolking op een beleid dat is afgestemd op de neoliberale contra-reformatie.
Al deze elementen zijn meer dan genoeg als basis voor het ontstaan en voortbestaan van CAP. Het is daarom spijtig dat via mails en sites het parool weerklinkt van " het einde van CAP", zonder het gesprek op het congres af te wachten. De 250 kandidaten van CAP op 10 juni, de wellicht kleine 1000 medewerkers van onze eerste campanje, de schenkers op slechts enkele weken tijd van de 15.000 euro en vooral vele van de 25.000 kiezers die CAP na 10 juni tegenkomen in allerlei initiatieven, die begrijpen zo'n houding niet .
Als CAP de conlusie getrokken heeft om als partij in wording de les te trekken uit het roomsblauwe einde van paars en uit de neoliberale heerschappij in de wereld, dan is het net om krachtig met een duidelijk programma te kunnen optreden in sociale conflicten, locale acties en in politieke bewegingen die vandaag naar voor komen binnen de SP.a en in een
oproep als " red de solidariteit".
Sinds de startconferentie van 28 oktober vorig jaar heeft CAP twee troeven opgebouwd:
1° Haar autonomie als politieke partij in wording. CAP is geen linkse tendens is binnen een andere partij of een politieke tendens binnen sociale structuren. CAP richt zich zelfstandig tot de bevolking om mensen in buurten samen te brengen en de machtsverhoudingen op de werkvloer te veranderen.
Vandaaruit werken we aan een programma. Het verkiezingsprogramma is tot nog toe een eerste neerslag in dit proces. Naast vele andere ervaringen en voorstellen die we na 20 oktober verder uitdiepen.
2° Het federale karakter van CAP. CAP is een globaal-democratische actie- en discussieruimte. Waar mensen uit het noorden en het zuiden van het land samen beslissen over programma en strategie in 1 structuur. Die willen we na 20 oktober uitbouwen. CAP vormt 1 interne democratie en geen 2 of 3 deelstructuren opgevat volgens de territoriale, culturele of politieke
verkaveling van de Belgische Staat door de klassieke politieke compromissen. Bart De Wever zou niet liever hebben.
Het "bye bye CAP" van sommigen drukt de ontgoocheling uit over een verkiezingsuitslag die ondermaats was en over de verwarring in en rond CAP over wat klein-links wordt genoemd.
CAP kan nog niet de kracht zijn met vermogen om de huidige polarisatie naar links te laten doorslaan. CAP heeft zich daar uitdrukkelijk kandidaat voorgesteld. Maar dat vraagt tijd en ervaring. Zij die meenden dat onze lijst een eendagsvlieg was vergissen zich. CAP kan niet gevalueerd worden op basis van 1 kiescampanje waarvan de uitslag inderdaad niet naar verhouding was tot het brede politieke terrein dat CAP bezet. Integendeel het echte werk begint pas. Er zal én geduld én gedurfde initiatiefkapaciteit nodig zijn om CAP uit te bouwen als werktuig van een geloofwaardig politiek alternatief.
De problemen met de regeringsvorming zijn vandaag dé uitdaging om aan die capaciteiten te werken, CAP in de diepte uit te bouwen, meer aanhang te verwerven en met andere politieke krachten partij te vormen voor concrete doelstellingen en politieke ideeën.
Twee zaken komen naar boven in de congresdiscussie:
1° De affaire UAG.
2° de verhouding tussen CAP en marxistisch links.
Bye Bye UAG:
Sinds de krisis rond DHL en BHV in 2005 was het duidelijk dat de verkiezingscampanje van 2007 communautair zou gespeeld worden. Hetgeen zich in de uitslag bevestigd heeft. Maar ook in de gebeurtenissen waaruit CAP is ontstaan dook ook een communautair randje op. Zo nam ATTAC-Vlaanderen onder druk van Vera Dua en An Van Lancker een ander standpunt in rond de EU-grondwet in de Europese andersmondialistische beweging dan ATTAC Wallonie-Bruxelles. En ontaarde de spanning tussen partij en vakbond rond het generatiepact in een splitsing van de socialistische metaalcentrale na een corporatische opstoot van de leiders van de metaalbewerkers in de verdediging van het brugpensioen. Sterke solidariteit mondde uit in syndicaal separatisme. En er was niemand om de solidariteit te redden omdat
het probleem diepe politiek wortels had.
De voorbereiding van de eerste conferentie voor een andere politiek op 28 oktober vorig jaar heeft zich niet kunnen ontrekken aan deze negatieve druk. Jef Sleeckx heeft zijn oproep aan het SP.a-congres verspreid aan de betogingen in Wallonië, waar de breuk tussen FGTB en PS even groot was als elders en waar de ABVV-actie aan het SP.a sterk gemediatiseerd werd. Jef stond mee aan de wieg van de oproep UAG. Van bij de eerste Algemene Vergadering van UAG zijn Jef en de mensen die hem steunden in zijn initiatief dat gaandeweg een "Andere Politiek" werd genoemd, naar die vergaderingen gegaan. Met ee pleidooi voor 1 grote federale bijeenkomst. Dat werd 28 oktober, kwa opkomst en kwa samenstelling een succes. De eerste grote politieke vergadering sinds jaren waar reeds politiek georganiseerde militanten met vakbonders, intellectuelen en jongeren in 1 ruimte met 1 man/women 1 vote een engagement namen voor een nieuwe brede linkse partij.
Achteraf gezien zijn een aantal incidenten en onverzorgde discussies de uiting geweest van diepere verschillen inzake politieke ideeën. Die verschillen komen nu in het licht van de regeringscrisis naar boven komen.
Er was vooreerst het verwijt van populisme naar Jef Sleeckx toe in kringen van UAG. Jef zijn vertrekpunt was het VB tegenhouden. Daar is veel kritiek op gekomen in de zin van: "daar bouw je geen partij mee op". "Dat is geen doel op zich". Jef argumenteerde dat ons doel niet is " een Ander Links" gebaseerd op de eenheid van de bestaande linkse groepen maar een een brede politieke mobilisatie rond een "Andere Politiek" waarbij iederen welkom is met behoud van zijn eigen identiteit.
Belangrijke initiatiefnemers van UAG zoals Corine Gobin kritikeerden deze aanpak. Hun argument was dat de strijd tegen het VB een zaak is van de Vlamingen zelf. Terwijl net de strategische politieke band tussen de linkerzijde uit het noorden en uit het zuiden een van de voedingsbodems is van de opgang van het separatistisch discours dat het VB een ideologische samenhang geeft en vandaag is doorgedrongen tot het Vlaams kartel en van het belgicistisch discours waarmee de PS probeert een links alternatief af te blokken.
Het menigsverschil kwam pijnlijk aan bod in de opmaak van een pamflet op 1 mei 2006 waar niet alleen de aanpak van een brede linkse partij dan wel de eenheid van links naar voorkwam, maar ook de vraag naar de functionering van de beweging. Een werkgroep aangeduid op een AV van UAG in aanwezigheid van mensen van CAP om een pamflet op te maken, werd eenzijdig gedesavoueerd door de innitiatiefnemers van UAG. Initiatiefnemers Corine Gobin, Freddy De Wille en Alain Van Paet konden zich niet vinden in het pamflet en stelden eenzijdig een eigen 1 mei boodschap op zonder een nieuwe AV bijeen te roepen en zonder rekening te houden met argumenten die " te rechts" werden bevonden. Deze ervaring heeft wonden nagelaten, ook nadat op voorstel van CAP het perspectief van een brede federale startvergadering was aanvaard met als inzet de verkiezingen vna 2007.
Ondanks de wil om 28 oktober te lukken bleef het verschil in appreciatie van de beweging ("een Ander Links" - "Een Andere Politiek") doorwegen. Dat kwam tot uiting in de kwestie van de verkiezing van een leidend orgaan dat de besluiten van 28 oktober moest uitvoeren. CAP argumenteerde dat de voorbereiding van een verkiezingsdeelname en de uitbouw van een nieuwe partij diende gedragen te worden door een democatisch verkozen leiding.
Zelfs als is de legitimiteit ervan nog broos. Daar bestond veel aarzeling tegenover maar die werden olv. Lode Van Outrive toch overwonnen in een gesprek eind juli 2006 met Didier Brissa en Raouf Benamar.
Maar verschillende incidenten toonden dat dit compromis twee interpretaties kende. Voor mensen als ikzelf was dit compromis een hefboom om de mobilisatie te lukken waardoor de zwaktes en sterktes van de verschillende appreciaties mekaar zouden kunnen opheffen. De strcuturele samenhang van de discussie tussen noord en zuid was daarin cruciaal. De 4 federale tweetalige vergaderingen mochten uitzich geven ondanks alle moeilijkheden op een
evenwichtige leiding die richting kon geven aan de wil om lijsten neer te leggen en de beweging uit te bouwen.
UAG zag in dit compromis echter een stimulans om een eigen structuur op te zetten nadat de initiatiefnemers van UAG hadden afgehaakt. Eind september werd onverwacht en zonder veel discussie een eigen leiding van UAG verkozen die uiteindelijk het alibi werd om geen leidend comité te verkiezen op 28 oktober. Daartegenover stond niets tenzij een "Vlaamse vergadering" samenroepen haaks die haaks stond op de federale dynamiek van CAP. Het lot van CAP lag wat de structurering van de beweging betreft, geheel in handen van het verloop van 28 oktober. Ondermeer ikzelf dacht dat deze leemte nog goed te maken was na 28 oktober, maar dat bleek een vergissing. Alle pogingen om de Algemene Vergaderingen van UAG te overtuigen om de beslutien van 28 oktober gezamelijk uit te voeren in 1 brede structuur werd
afgewimpeld :
+enerzijds werd deze discussie vermengd met de discussie over de aanwezigheid van de bestaande politieke linkse groepen ( zie verder).
+anderzijds werd geargumenteerd dat de verschillende politieke realiteiten tussen noord en zuid een aparte centralistie van de beweging veronderstelden. Mensen als Didier Brissa die de initiatiefnemers van UAG kwamen vervoegen, vertolkten regionalistische tendenzen die sterk
vertegenwoordigd zijn in het Luikse FGTB en die ook in de splitsingsdiscussie van de CMB duidelijk naar boven kwamen. Het gaat om late restanten van het Renardistisch gedachtengoed dat de "linkse" regionale staatsstructuren ziet als dam tegen rechts. Anderen zoals Freddy De Wille argumenteerden dat de separate ontwikkeling van UAG en CAP noodzakelijk is om tijd te nemen om verschillende opvattingen uit te klaren. Als beide vleugels hun ervaring kunnen opdoen kan er later toenadering komen. Nog anderen zoals de mensen van de PC argumenteerden dat gezien de regionalisering bepaalde materies nu eenmaal Vlaams,Waals of franstalige zijn dat de samenwerking tusssen UAG en CAP zou kunnen opgebouwd worden rond de federale materies met autonomie rond de geregionaliseerde materies. De mensen van de SAP veronderstelden dat de keuze voor 1 federale leiding een gehaaste invoering was van het fundamenteel debat over het toekennen zelfbeschikkingsrecht van volkeren en regio's als links aan de macht komt terwijl de federale structurering van CAP een pragmatisch multicultureel antwoord is op de organische samenhang tussen ondemocratische
staatshervormingen en neoliberaal beleid.
De eenzijdige verkaveling van de discussie door UAG heeft de beweging geen deugd gedaan en zeker UAG niet die uiteindelijk afzegde om de besluiten van 28 oktober uit te voeren. De iniatiefnemers van UAG haakten af en vormden een steuncomité voor Carine Russo, mede-initiatiefneemster, die als onafhankelijke op de ECOLO lijst 68.000 stemmen haalde. Een beter bewijs van het linkse potentieel in dit land is er niet als dit potentieel niet verkwanseld wordt in een terugplooistrategie. Carine Russo was de enige figuur met Jef die oproep van UAG enige bekendheid gaf . Over de steun aan haar campanje is geen debat gevoerd binnen UAG, of toch met de leden.
De PC militanten die pleitten tegen de deelname van UAG omdat UAG niet klaar was, waren wel zo vriendelijk om dan zelf lijsten neer teleggen en oefenen nu een grote politieke invloed uit op UAG waar het voorstel voorligt om aan te sluiten bij de Europese structuur die opgezet is vanuit de Franse en Italiaanse KP's. DE PC is zeer regionaistisch gezind, weigerde kartelgesprekken met andere politiek groepen.
Vooral die laatste logica leidde tot heftige discussies in Bussel waar UAG geen enkele ruimte liet voor het feit dat Brussel een tweetalige stad is. En waar men zich blind staarde op al jaren aanslepende disucssies onder marxistische groepen in plaats van de voorbereiding van de verkiezingen. Eigenlijk werd op de rug van de beweging een robbertje dovemansdiscussie
binnen het marxisme in België uitgevoerd waarbij het resultaat van het debat leidde tot eenzijdige verkaveling van de discussie en de beweging.
Het conflict met UAG was in wezen een meningsverschil over de vraag of hetideologisch pluralisme binnen de partij die wij willen een zaak is van eenheid van bestaande politieke groepen dan wel van een brede "Andere Politiek" tegen rechts. In plaats van dit debat tot op het bot te voeren spliste UAG eenzijdig de democratie binnen de beweging van 28 oktober op en verkoos eenzijdig zonder overleg haar eigen leidinggevende structuur als franstalige beweging, ook in Brussel.
CAP en marxistisch links:
2° Daarmee zijn wij aan het tweede discussiepunt aanbeland datt naar voren komt op het congres:de verhouding tussen CAP en marxistisch links in België.
Enerzijds zou CAP niet bestaan hebben zonder het respect voor de politieke identiteit van alle individuen en groepen die wensten deel te nemen aan open politiek initiatief tegen de EU-grondwet en voor een politiek steun aan de vakbonden in het verzet tegen het generatiepact. Maar anderzijds is de optelsom van de bestaande linkse groepen voor CAP nooit geen doel op zich geweest. De eenheid onder uiterst-linkse groepen zal slecht het resultaat
zijn van een veel bredere politieke en sociale eenheid waar CAP ideeën wil aandragen en initiatieven zal nemen. Fixatie op de jarenlange verdeeldheid binnen het marxisme in België ( en elders) maakt die eenheid alleen maar moeilijker.
Maar dit alles stelt ook het vraagstuk van het ideologisch pluralisme binnen CAP en rondom CAP. Christelijke en socialistische militanten, gelovigen en niet-geloven, marxisten en niet-marxisten, sindicalisten, mutualisten, cooperanten, georganiseerde ideologische stromingen of politieke tendenzen, regionalisten en mondialsiten, locale groepen en themagroepen... allemaal brengen zij iets bij dat open ter discussie moet staan om tot een sterke partij te komen.
Zolang wij bezig waren onze engagementen van 28 oktober uit te voeren via deelname aan de verkiezingen en zolang wij in gesprek waren met andere politiek formaties over 10 juni bleef de democratie rond CAP " met behoud van ieders identiteit" zoals Jef zei een troef. Maar hoewel wij net het werktuig wilden zijn van de vele zoekende militanten en ontgoochelde kiezers die de rug keerden naar paars, werden wij willens nillens geassocieerd met de pogingen om klein links te verenigen. Dit heeft de interne slagkracht van onze campanje geschaad en politieke tegenstaanders aangezet onze politieke identiteit te schaden. De politieke verwarring binnen uiterst-links straalde negatief af op CAP. Potentiële simpathisanten moesten in allerlei linkse bladen en op websites lezen wat de discussies waren in CAP terwijl CAP amper een eigen redactie-orgaan begon uit te bouwen.
Nu de politieke situatie na 10 juni onze uitgangspunten perfect bevestigen, maar de electorale uitslag geen onmiddellijke nieuwe electorale oproep naar 2009 toelaat en om de brede initiatiefcapaciteit van CAP de komende maanden te waarborgen is een verduidelijking inzake het politiek en ideolgisch pluralisme in de ledendemocratie die wij beginnen opbouwen na 20 oktober gewenst.
Om CAP de komende maanden op de politieke agenda te plaatsen in de gecompliceerde politieke situatie en om te vermijden dat het ideologisch pluralisme van CAP geen kakafonie wordt en CAP zich verstrikt in de valstrik die wij zelf in het debat met UAG wilden vermijden, is er een sterke dagelijkse nationale leiding nodig die beantwoordt aan wat CAP vandaag is met al zijn sterkes en zwaktes.Op alle niveaus nationaal, sectoraal, locaal, nationaal, internationaal moet CAP brede initiatieven nemen. We zijn een nog heel jonge precaire beweging die enkel stap voor stap een leding kan opbouwen op het ritme van de sociale en politiek actie. Dat is een verworvenheid uit 28 oktober.Ideologisch pluralisme waar daarin gewaarborgd door onze kandidaten, door de kartelgesprekken met de PvdA en door onze initiatiefnemers.
Vandaag wordt CAP als brede linkse partij in wording enkel gesteund door 1 marxistische groep. Dat is een goede zaak en onderdeel van het ideologisch pluralisme dat wij van bij het begin verdedigd hebben in het UAG-debat. Hetgeen in de discussie naar bovenkomt vandaag is de vraag of CAP groot genoeg is om naast een andere gecentraliseerde partijstrucutuur van het
marxistische type haar eigen kadervorming waar te maken. Moet er geen ruimte gemaakt worden voor complexere manieren van samen werken binnen het kader van een ledendemocratie en een ledenbeweging die nog partij moet worden ?
De kamderaden van LSP,SAP,KP hebben indien zij lid worden van CAP alle rechten als alle andere in het kader van de werkingsprincipes en de voorgelegde campanjes die op het congres worden voorgelegd. Wij hebben in het debat met UAG altijd verdedigd dat andere gecentraliseerde groepen recht hebben op een vertegenwoordiger in de leidingevende organen van de beweging.
Dat blijft in principe zo. Maar ik zou LSP willen oproepen daar van af te zien en voorlopig de ledendemocratie 100% te laten spelen tot wij eerst als met andere groepen een aantal discussies hebben kunnen over de CAP-politiek.
Ik stel voor dat in de schoot van het Nationaal Comité een overlegplatform wordt opgericht (2 nederlandstaligen 2 franstaligen) dat doorheen onze werking bilaterale gesprekken opgang brengt tussen CAP enerzijds en alle bestaande linkse groepen anderzijds. Waarvan verslag wordt uitgebracht aan het Nationaal Comité. Ik heb mij altijd verzet tegen de illusie die door UAG verdedigd is dat iemand lid van een bestaande politiek stroming enkel kan spreken in eigen naam en dat de stem van die stroming in naam van de vertegnwoordiger van zijn organisatie binnen CAP gehoord moet worden. Ik denk dat CAP uit het UAG-debat best de les trekt om enerzijds alle leden van gelijk welke andere politiek groep welkom te heten als lid op basis van de werkingsprincipes en het programma van de verkiezingen. Maar daarnaast formele banden aan te halen met UAG,PC,LSP,KP,PvdA,...op basis van bilaterale discussies. Tot een volgend congres nieuwe besluiten kan nemen over een formele band tussen CAP en andere groepen.
Raf Verbeke
CAP Gent
vrijdag 19 oktober 2007
woensdag 10 oktober 2007
AMENDEMENTEN
2. Het doel van CAP is de vorming van een nieuwe partij. CAP werkt daarvoor stap voor stap aan een programma voor een andere maatschappij en een andere politiek gebaseerd op de noden van de meerderheid van de bevolking. Eerste voorlopige basis in dit proces vandaag vormt de algemene lijn van het CAP-programma voor de federale verkiezingen van 10 juni 2007 ( zie ...) Alsook de besluiten van de nationale conferenties van 28 oktober 2006, 3 februari en 14 april 2007. CAP neemt als zelfstandige politieke beweging deel aan de politieke en sociale strijd.
3. CAP is een ledenbeweging. Al wie het doel van CAP ( zie 2.) onderschrijft, deze functioneringsprincipes als basis voor de interne en externe werking van CAP erkent en minstens 5 euro ( werkenden) of 3 euro ( niet-werkenden) per jaar betaalt, kan lid worden van CAP. Wie kan wordt gevraagd om meer te betalen.
3. CAP is een ledenbeweging. Al wie het doel van CAP ( zie 2.) onderschrijft, deze functioneringsprincipes als basis voor de interne en externe werking van CAP erkent en minstens 5 euro ( werkenden) of 3 euro ( niet-werkenden) per jaar betaalt, kan lid worden van CAP. Wie kan wordt gevraagd om meer te betalen.
PROCEDURE DES ELECTIONS DU COMITE NATIONAL DU CAP
- lère composante : les coordinateurs émanant des provinces
Au cours d’une assemblée générale ou d’une réunion de bureau, chaque province désigne pour le 20 octobre 1 à 2 coordinateurs provinciaux qui rempliront une fonction de coordination pure, c’est-à-dire qu’ils ne représenteront pas les groupes régionaux ou leur point de vue.
Si les assemblées provinciales ne peuvent se tenir avant le 20/10, il est demandé aux différents groupes locaux de se concerter et d’arriver à un consensus sur le choix des coordinateurs.
Ces coordinateurs seront les personnes de contact entre le secrétariat et les groupes locaux.
Le 20/10 ces personnes seront proposées au vote afin de confirmer leur place au sein du Comité national.
- 2éme composante : 12 membres pour le Secrétariat national
Après approbation dans leur groupe local respectif, une équipe de 12 membres est proposée avec pour tâche de s’engager à prendre une responsabilité au niveau national dans un Secrétariat national. Le 20/10 un vote aura lieu pour confirmer cette équipe.
Chaque membre a le droit de proposer une alternative à cette équipe et de la mettre au vote.
A côté de cela, chaque groupe politique ou organisation qui rejoint le CAP, a droit à un représentant dans le Comité national. De cette manière chaque nouveau groupe peut être directement intégré dans les structures du CAP.
Au cours d’une assemblée générale ou d’une réunion de bureau, chaque province désigne pour le 20 octobre 1 à 2 coordinateurs provinciaux qui rempliront une fonction de coordination pure, c’est-à-dire qu’ils ne représenteront pas les groupes régionaux ou leur point de vue.
Si les assemblées provinciales ne peuvent se tenir avant le 20/10, il est demandé aux différents groupes locaux de se concerter et d’arriver à un consensus sur le choix des coordinateurs.
Ces coordinateurs seront les personnes de contact entre le secrétariat et les groupes locaux.
Le 20/10 ces personnes seront proposées au vote afin de confirmer leur place au sein du Comité national.
- 2éme composante : 12 membres pour le Secrétariat national
Après approbation dans leur groupe local respectif, une équipe de 12 membres est proposée avec pour tâche de s’engager à prendre une responsabilité au niveau national dans un Secrétariat national. Le 20/10 un vote aura lieu pour confirmer cette équipe.
Chaque membre a le droit de proposer une alternative à cette équipe et de la mettre au vote.
A côté de cela, chaque groupe politique ou organisation qui rejoint le CAP, a droit à un représentant dans le Comité national. De cette manière chaque nouveau groupe peut être directement intégré dans les structures du CAP.
PROCEDURE VOOR DE VERKIEZING VAN HET NATIONAAL COMITE
Deze procedure wordt voorgesteld als een éénmalige procedure die volgens het nationaal verkiezingscomité van 8 september de beste manier is om een nationaal comité samen te stellen. Voor een volgend congres zal deze procedure moeten worden aangepast aan de actuele ontwikkelingen in de opbouw van CAP.
Eerste component – de coördinatoren uit de provincies
Elke provincie bepaalt voor 20 oktober op een algemene vergadering of bestuursvergadering 1 of 2 provinciale coördinatoren, die puur een coördinerende functie vervullen, dus geen vertegenwoordigers zijn van regionale groepen of standpunten. Indien er geen provinicale bijeenkomsten zijn voor 20/10 wordt gevraagd aan de verschillende lokale groepen om in onderling overleg tot een consensusvoorstel te komen. De coördinatoren zijn de contactpersonen via dewelke het nationale secretariaat in contact staat met de lokale afdelingen.
Op 20/10 worden deze personen voorgesteld en wordt er een stemming gevraagd ter bevestiging van hun plaats in het NC
Tweede component –12 leden voor een nationaal secretariaat
Er wordt een team van 12 leden voorgesteld die, na goedkeuring van hun lokale afdeling, de taak op zich nemen om een nationale verantwoordelijkheid in het nationale secretariaat te vervullen.
Op 20/10 wordt een stemming gehouden over het voorgestelde team. Elk lid heeft het recht een alternatief op dit team voor te stellen en ter stemming voor te leggen.
Daarnaast krijgt elke politieke groep of organisatie die aansluit bij CAP één vertegenwoordiger in het Nationaal Comité. Op die manier kunnen nieuwe groepen direct geïntegreerd worden in de structuren van CAP.
Ook de voorzitters van de functionerende werkgroepen kunnen worden uitgenodigd om deel te nemen aan de bijeenkomsten van het Nationaal Comité indien de discussies dit vereisen.
Eerste component – de coördinatoren uit de provincies
Elke provincie bepaalt voor 20 oktober op een algemene vergadering of bestuursvergadering 1 of 2 provinciale coördinatoren, die puur een coördinerende functie vervullen, dus geen vertegenwoordigers zijn van regionale groepen of standpunten. Indien er geen provinicale bijeenkomsten zijn voor 20/10 wordt gevraagd aan de verschillende lokale groepen om in onderling overleg tot een consensusvoorstel te komen. De coördinatoren zijn de contactpersonen via dewelke het nationale secretariaat in contact staat met de lokale afdelingen.
Op 20/10 worden deze personen voorgesteld en wordt er een stemming gevraagd ter bevestiging van hun plaats in het NC
Tweede component –12 leden voor een nationaal secretariaat
Er wordt een team van 12 leden voorgesteld die, na goedkeuring van hun lokale afdeling, de taak op zich nemen om een nationale verantwoordelijkheid in het nationale secretariaat te vervullen.
Op 20/10 wordt een stemming gehouden over het voorgestelde team. Elk lid heeft het recht een alternatief op dit team voor te stellen en ter stemming voor te leggen.
Daarnaast krijgt elke politieke groep of organisatie die aansluit bij CAP één vertegenwoordiger in het Nationaal Comité. Op die manier kunnen nieuwe groepen direct geïntegreerd worden in de structuren van CAP.
Ook de voorzitters van de functionerende werkgroepen kunnen worden uitgenodigd om deel te nemen aan de bijeenkomsten van het Nationaal Comité indien de discussies dit vereisen.
dinsdag 9 oktober 2007
FUNCTIONERINGSPRINCIPES VAN CAP
discussievoorstel ter voorbereiding van het CAP congres van 20 oktober 2007
Het Comité voor een Andere Politiek heeft zich met haar werking en verkiezingsdeelname op de politieke kaart geplaatst. CAP wil een politieke stem geven aan de werkenden, uitkeringstrekkers en hun families. De organisatieprincipes die we hier vastleggen zijn een tijdelijke methode van werken die ons moet in staat stellen om onze doelstelling te bereiken, de creatie van een politiek alternatief.
1. CAP is ontstaan uit de kritiek op de neoliberale EU-Grondwet en uit de politieke steun van Georges Debunne, Lode Van Outrive en Jef Sleeckx aan het verzet van vakbonden en bevolking tegen het generatiepact. CAP heeft zich ontwikkeld via deelname aan de sociale en politieke strijd en op basis van haar verkiezingscampagne van 10 juni 2007.
2. CAP is een zelfstandige politieke beweging die, in dialoog met partners, de vorming van een nieuwe arbeiderspartij (d.w.z. een partij van diegenen die leven van een loon of een uitkering en hun gezinnen) wil bevorderen. CAP komt op voor het vervullen van de behoeften van iedereen door de verdediging en uitbreiding van collectieve openbare dienstverlening en verzet zich tegen een maatschappij die enkel gericht is op winstbejag. De politiek van privatisering en liberalisering ondermijnt ons sociaal weefsel, onze leefomgeving en onze werkvoorwaarden. De eerste voorlopige basis voor CAP vormt de algemene lijn van het CAP-programma voor de federale verkiezingen.
3. CAP is een ledenbeweging. De leden betalen een jaarlijks lidgeld van 25 euro of 12 euro voor diegenen met een laag inkomen. In de mate van het mogelijke dringt CAP er bij haar leden op aan om het lidgeld te betalen via een maandelijkse bijdrage van minimum 1 euro per maand.
4. Het hoogste orgaan van CAP is het ledencongres dat minstens jaarlijks samenkomt. Het congres werkt verder aan het CAP-programma, zet de politieke lijn van de beweging uit en legt de globale acties voor het komende jaar vast. Het congres verkiest minstens jaarlijks een nationaal comité. Alle leden hebben stemrecht op het congres. Alle leden kunnen zich kandidaat stellen voor het nationaal comité.
5. Het basisorgaan is de plaatselijke CAP-groep. Het nationaal comité erkent een plaatselijke groep indien 5 leden in een wijk, gemeente, school of werkplaats daartoe het initiatief nemen. Alle leden van CAP worden opgeroepen zo veel mogelijk actief te zijn in plaatselijke groepen of er zelf op te richten.De plaatselijke groep regelt zijn eigen activiteiten in het kader van de besluiten van het congres en het nationaal comité. Verschillende plaatselijke groepen kunnen per stad, gemeente of regio op een ledenvergadering een uitvoerend comité verkiezen.
6. Plaatselijke groepen kunnen per provincie een uitvoerend comité verkiezen op een provinciale ledenvergadering. Indien geen initiatief wordt genomen tot de vorming van een provinciaal comité dragen de plaatselijke groepen 2 leden als provinciale coördinatoren in het nationaal comité voor aan het congres. Hun taak is de locale groepen per provincie te coördineren daar waar er geen provinciaal comité is. Aan de leden van Brussel Halle Vilvoorde wordt de vrijheid gelaten zich als "provincie" te groeperen dan wel aan te sluiten bij een Vlaams Brabants of een Brussels uitvoerend comité. Deze beslissing wordt genomen op een algemene ledenvergadering van CAP leden uit BHV.
7. CAP-leden kunnen zich ook organiseren in werkgroepen per thema of sector indien deze werkgroepen erkend zijn door het nationaal comité. Vertrekbasis zijn de 10 werkgroepen die zijn samengekomen op 28 oktober 2006.
8. Alle andere afspraken ivm het beheer van de financies, ledenadministratie, de werking van de CAP-organen, en het instellen van werkorganen (redactie, nationaal secretariaat enz.) of locale, provinciale of federale structuren met rechtspersoonlijkheid (vzw bv) worden verder uitgewerkt door het nationaal comité dat op 20 oktober 2007 verkozen wordt. Op alle nationale bijeenkomsten van CAP kan iedereen zijn of haar eigen taal spreken en wordt dus voorzien in gepaste vertaling.
9. Het congres van 20 oktober beslist de startsituatie van het CAP statuut mbt tot de erkenning van locale groepen, werkgroepen en provinciale of regionale comités . Elk lid van CAP erkent deze functioneringsprincipes als basis voor de interne en externe werking van CAP.
Tekst aangenomen door het Nationaal Verkiezingscomité van zaterdag 8 september 2007
Het Comité voor een Andere Politiek heeft zich met haar werking en verkiezingsdeelname op de politieke kaart geplaatst. CAP wil een politieke stem geven aan de werkenden, uitkeringstrekkers en hun families. De organisatieprincipes die we hier vastleggen zijn een tijdelijke methode van werken die ons moet in staat stellen om onze doelstelling te bereiken, de creatie van een politiek alternatief.
1. CAP is ontstaan uit de kritiek op de neoliberale EU-Grondwet en uit de politieke steun van Georges Debunne, Lode Van Outrive en Jef Sleeckx aan het verzet van vakbonden en bevolking tegen het generatiepact. CAP heeft zich ontwikkeld via deelname aan de sociale en politieke strijd en op basis van haar verkiezingscampagne van 10 juni 2007.
2. CAP is een zelfstandige politieke beweging die, in dialoog met partners, de vorming van een nieuwe arbeiderspartij (d.w.z. een partij van diegenen die leven van een loon of een uitkering en hun gezinnen) wil bevorderen. CAP komt op voor het vervullen van de behoeften van iedereen door de verdediging en uitbreiding van collectieve openbare dienstverlening en verzet zich tegen een maatschappij die enkel gericht is op winstbejag. De politiek van privatisering en liberalisering ondermijnt ons sociaal weefsel, onze leefomgeving en onze werkvoorwaarden. De eerste voorlopige basis voor CAP vormt de algemene lijn van het CAP-programma voor de federale verkiezingen.
3. CAP is een ledenbeweging. De leden betalen een jaarlijks lidgeld van 25 euro of 12 euro voor diegenen met een laag inkomen. In de mate van het mogelijke dringt CAP er bij haar leden op aan om het lidgeld te betalen via een maandelijkse bijdrage van minimum 1 euro per maand.
4. Het hoogste orgaan van CAP is het ledencongres dat minstens jaarlijks samenkomt. Het congres werkt verder aan het CAP-programma, zet de politieke lijn van de beweging uit en legt de globale acties voor het komende jaar vast. Het congres verkiest minstens jaarlijks een nationaal comité. Alle leden hebben stemrecht op het congres. Alle leden kunnen zich kandidaat stellen voor het nationaal comité.
5. Het basisorgaan is de plaatselijke CAP-groep. Het nationaal comité erkent een plaatselijke groep indien 5 leden in een wijk, gemeente, school of werkplaats daartoe het initiatief nemen. Alle leden van CAP worden opgeroepen zo veel mogelijk actief te zijn in plaatselijke groepen of er zelf op te richten.De plaatselijke groep regelt zijn eigen activiteiten in het kader van de besluiten van het congres en het nationaal comité. Verschillende plaatselijke groepen kunnen per stad, gemeente of regio op een ledenvergadering een uitvoerend comité verkiezen.
6. Plaatselijke groepen kunnen per provincie een uitvoerend comité verkiezen op een provinciale ledenvergadering. Indien geen initiatief wordt genomen tot de vorming van een provinciaal comité dragen de plaatselijke groepen 2 leden als provinciale coördinatoren in het nationaal comité voor aan het congres. Hun taak is de locale groepen per provincie te coördineren daar waar er geen provinciaal comité is. Aan de leden van Brussel Halle Vilvoorde wordt de vrijheid gelaten zich als "provincie" te groeperen dan wel aan te sluiten bij een Vlaams Brabants of een Brussels uitvoerend comité. Deze beslissing wordt genomen op een algemene ledenvergadering van CAP leden uit BHV.
7. CAP-leden kunnen zich ook organiseren in werkgroepen per thema of sector indien deze werkgroepen erkend zijn door het nationaal comité. Vertrekbasis zijn de 10 werkgroepen die zijn samengekomen op 28 oktober 2006.
8. Alle andere afspraken ivm het beheer van de financies, ledenadministratie, de werking van de CAP-organen, en het instellen van werkorganen (redactie, nationaal secretariaat enz.) of locale, provinciale of federale structuren met rechtspersoonlijkheid (vzw bv) worden verder uitgewerkt door het nationaal comité dat op 20 oktober 2007 verkozen wordt. Op alle nationale bijeenkomsten van CAP kan iedereen zijn of haar eigen taal spreken en wordt dus voorzien in gepaste vertaling.
9. Het congres van 20 oktober beslist de startsituatie van het CAP statuut mbt tot de erkenning van locale groepen, werkgroepen en provinciale of regionale comités . Elk lid van CAP erkent deze functioneringsprincipes als basis voor de interne en externe werking van CAP.
Tekst aangenomen door het Nationaal Verkiezingscomité van zaterdag 8 september 2007
PRINCIPES DE FONCTIONNEMENT DU CAP
proposition de discussion dans la préparation du congrès de 20 octobre 2007.
Le Comité pour une Autre Politique s'est posé sur la carte politique par son travail et sa participation aux élections. CAP veut donner une voix aux travailleurs ou allocataires sociaux et à leurs familles. L’énoncé des principes de fonctionnement esquissés ci-dessous est une méthode de travail temporaire afin d’atteindre notre but, la création d’une alternative politique.
1. Le CAP est né de la critique contre la Constitution Européenne néolibérale et du soutien politique de Georges Debunne, Lode Van Outrive et Jef Sleeckx aux syndicats et à la population contre le Pacte entre Générations. Le CAP s’est développé par une participation aux luttes sociales et politiques et sur base de sa campagne électorale du 10 juin 2007.
2. Le CAP est un mouvement politique indépendant qui, en dialogue avec d’autres partenaires, veut promouvoir un nouveau parti des travailleurs (c.-à-d. un parti de ceux qui vivent d’un salaire ou d’une allocation ainsi que leur famille). Le CAP se pose pour la réalisation des besoins de chacun par le biais de la défense et l’accroissement de services publics et collectifs, et s’oppose à une société qui se base l’appât du gain. La politique de privatisation et de libéralisation mine notre tissu social, notre environnement ainsi que nos conditions de vie et de travail. La première base provisoire du CAP est la ligne générale du programme défendu pendant les élections fédérales.
3. CAP est un mouvement de membres. Les membres paient une cotisation annuelle de 25 euros ou de 12 euros pour les bas revenus. Dans la mesure du possible le CAP insiste auprès de ses membres pour qu’ils versent une cotisation mensuelle d’au moins 1 euro par mois.
4. La plus haute instance de décision du CAP est le Congrès annuel qui réunit ses membres au moins une fois par an. Le Congrès continue l’élaboration du programme, définit la ligne politique générale du mouvement et les actions globales de l’année à venir. Le Congrès élit annuellement un Comité national. Tous les membres ont un droit de vote au Congrès. Tous les membres peuvent se présenter comme candidat au Comité national.
5. L'organe de base est le groupe local du CAP. Le Comité national reconnaît un groupe local s’il y a au moins 5 membres dans un quartier, une commune, une école ou sur un lieu de travail, qui y en prennent l'initiative. Tous les membres du CAP sont appelés à être actifs dans les groupes locaux existants ou à former. Le groupe local règle ses propres activités dans le cadre des décisions du Congrès et du Comité national. Différents groupes locaux peuvent élire, en assemblé générale de leurs membres, un Comité exécutif par ville, commune ou région.
6. Les groupes locaux peuvent élire, en assemblée générale de leurs membres, un Comité exécutif provincial. Si l’initiative d’un Comité provincial n’est pas prise, les groupes locaux proposent au Congrès 2 membres comme coordinateurs provinciaux au Comité national. Leur tâche de coordonner les groupes locaux de la province là où il n’y a pas de Comité provincial. Il est laissé aux membres de Bruxelles-Halle-Vilvoorde la liberté de se grouper comme " province" et d’adhérer soit à un Comité exécutif du Brabant flamand, soit à un Comité exécutif bruxellois. Cette décision est prise par une assemblée générale des membres de BHV.
7. Les membres du CAP peuvent s’organiser en groupes de travail par thèmes ou secteurs pour autant que ces groupes de travail soient reconnus par le Comité national, le point de départ étant les 10 groupes de travail réunis le 28 octobre 2006.
8. Toutes les autres règles concernant la gestion des finances, l’administration des membres, le fonctionnement des organes du CAP et l’installation des organes de travail (rédaction, secrétariat national, etc.) ou l'installation de structures locales, provinciales ou nationales avec personnalité juridique (asbl p.e.) sont élaborées par le Comité national élu le 20 octobre 2007. A toutes les réunions nationales du CAP tout le monde peut parler sa langue maternelle. Cela implique qu'une traduction appropriée est prévue.
9. Le congrès de 20 octobre 2007 décide de la situation initiale concernant la reconnaissance des groupes locaux, groupes de travail et comités provinciaux déjà existants. Tous les membres reconnaissent ce statut comme base du fonctionnement interne et externe du CAP.
Texte adopté par le Comité électoral le samedi 8 septembre 2007
Le Comité pour une Autre Politique s'est posé sur la carte politique par son travail et sa participation aux élections. CAP veut donner une voix aux travailleurs ou allocataires sociaux et à leurs familles. L’énoncé des principes de fonctionnement esquissés ci-dessous est une méthode de travail temporaire afin d’atteindre notre but, la création d’une alternative politique.
1. Le CAP est né de la critique contre la Constitution Européenne néolibérale et du soutien politique de Georges Debunne, Lode Van Outrive et Jef Sleeckx aux syndicats et à la population contre le Pacte entre Générations. Le CAP s’est développé par une participation aux luttes sociales et politiques et sur base de sa campagne électorale du 10 juin 2007.
2. Le CAP est un mouvement politique indépendant qui, en dialogue avec d’autres partenaires, veut promouvoir un nouveau parti des travailleurs (c.-à-d. un parti de ceux qui vivent d’un salaire ou d’une allocation ainsi que leur famille). Le CAP se pose pour la réalisation des besoins de chacun par le biais de la défense et l’accroissement de services publics et collectifs, et s’oppose à une société qui se base l’appât du gain. La politique de privatisation et de libéralisation mine notre tissu social, notre environnement ainsi que nos conditions de vie et de travail. La première base provisoire du CAP est la ligne générale du programme défendu pendant les élections fédérales.
3. CAP est un mouvement de membres. Les membres paient une cotisation annuelle de 25 euros ou de 12 euros pour les bas revenus. Dans la mesure du possible le CAP insiste auprès de ses membres pour qu’ils versent une cotisation mensuelle d’au moins 1 euro par mois.
4. La plus haute instance de décision du CAP est le Congrès annuel qui réunit ses membres au moins une fois par an. Le Congrès continue l’élaboration du programme, définit la ligne politique générale du mouvement et les actions globales de l’année à venir. Le Congrès élit annuellement un Comité national. Tous les membres ont un droit de vote au Congrès. Tous les membres peuvent se présenter comme candidat au Comité national.
5. L'organe de base est le groupe local du CAP. Le Comité national reconnaît un groupe local s’il y a au moins 5 membres dans un quartier, une commune, une école ou sur un lieu de travail, qui y en prennent l'initiative. Tous les membres du CAP sont appelés à être actifs dans les groupes locaux existants ou à former. Le groupe local règle ses propres activités dans le cadre des décisions du Congrès et du Comité national. Différents groupes locaux peuvent élire, en assemblé générale de leurs membres, un Comité exécutif par ville, commune ou région.
6. Les groupes locaux peuvent élire, en assemblée générale de leurs membres, un Comité exécutif provincial. Si l’initiative d’un Comité provincial n’est pas prise, les groupes locaux proposent au Congrès 2 membres comme coordinateurs provinciaux au Comité national. Leur tâche de coordonner les groupes locaux de la province là où il n’y a pas de Comité provincial. Il est laissé aux membres de Bruxelles-Halle-Vilvoorde la liberté de se grouper comme " province" et d’adhérer soit à un Comité exécutif du Brabant flamand, soit à un Comité exécutif bruxellois. Cette décision est prise par une assemblée générale des membres de BHV.
7. Les membres du CAP peuvent s’organiser en groupes de travail par thèmes ou secteurs pour autant que ces groupes de travail soient reconnus par le Comité national, le point de départ étant les 10 groupes de travail réunis le 28 octobre 2006.
8. Toutes les autres règles concernant la gestion des finances, l’administration des membres, le fonctionnement des organes du CAP et l’installation des organes de travail (rédaction, secrétariat national, etc.) ou l'installation de structures locales, provinciales ou nationales avec personnalité juridique (asbl p.e.) sont élaborées par le Comité national élu le 20 octobre 2007. A toutes les réunions nationales du CAP tout le monde peut parler sa langue maternelle. Cela implique qu'une traduction appropriée est prévue.
9. Le congrès de 20 octobre 2007 décide de la situation initiale concernant la reconnaissance des groupes locaux, groupes de travail et comités provinciaux déjà existants. Tous les membres reconnaissent ce statut comme base du fonctionnement interne et externe du CAP.
Texte adopté par le Comité électoral le samedi 8 septembre 2007
maandag 8 oktober 2007
MOTIES TER STEMMING • MOTIONS A VOTER
Voorstel teksten ter stemming op 20 oktober:
Proposition textes à voter le 20 octobre:
+ werkingsprincipes van CAP/Principes de fonctionnement de CAP :
voorstel/proposition : ammendement(s)en avant/binnen 18/10 20 u
bij info@anderepolitiek.be of Raf Verbeke Spitaalpoortstraat 84 9000 Gent
+ verkiezing/ election nationaal comité/comité national :
voorstel /proposition :
k/c/andidat/s/en avant/ binnen 18/10 20 u
bij info@anderepolitiek.be of Jef Sleeckx Vinkenstraat 7 2400 Mol
+ motie/motion: fin premier partie 13 h / einde eerste deel 13 u
“Le congrès de CAP donne mandat au Comité National d’ organiser en 2008 un congrès qui adopte un déclaration de principe de CAP. Point de départ son les textes rédigé dans le groupe de réflexion qui a travaillé après les élections. (voire texte dans les préparatifs sur le site) »
« Het congres van CAP geeft de opdracht aan het Nationaal Comité om in 2008 een congres over een beginselverklaring van CAP te organiseren. Uitgangspunt zijn de drie teksten die gemaakt zijn binnen de denkgroep die na de verkiezingen heeft gewerkt. ( zie op de site bij voorbereiding congres)”
+ motie/motion: A voter en une fois ou en 3. Ineens of apart te stemmen.
Fin journé 17 h / einde dag 17 u
“Le congrès de CAP signe la pétition “ sauvons la solidarité” et met ces actions des mois prochaines dans l’ esprit de cet campagne. CAP y lie la demande et des actions pour un réferendum sur le nouvelle Traité européen. CAP prépare avec cela sa participation électoral de 2009 ».
« Het congres van CAP tekent de oproep ‘red de solidariteit ‘ en stelt haar acties de komende maanden in teken van deze campanje. CAP verbindt er aan de eis en een campanje voor een referendum over het nieuw Europees Verdrag. CAP bereid daarmee zijn verkiezingsdeelname van 2009”.
Proposition textes à voter le 20 octobre:
+ werkingsprincipes van CAP/Principes de fonctionnement de CAP :
voorstel/proposition : ammendement(s)en avant/binnen 18/10 20 u
bij info@anderepolitiek.be of Raf Verbeke Spitaalpoortstraat 84 9000 Gent
+ verkiezing/ election nationaal comité/comité national :
voorstel /proposition :
k/c/andidat/s/en avant/ binnen 18/10 20 u
bij info@anderepolitiek.be of Jef Sleeckx Vinkenstraat 7 2400 Mol
+ motie/motion: fin premier partie 13 h / einde eerste deel 13 u
“Le congrès de CAP donne mandat au Comité National d’ organiser en 2008 un congrès qui adopte un déclaration de principe de CAP. Point de départ son les textes rédigé dans le groupe de réflexion qui a travaillé après les élections. (voire texte dans les préparatifs sur le site) »
« Het congres van CAP geeft de opdracht aan het Nationaal Comité om in 2008 een congres over een beginselverklaring van CAP te organiseren. Uitgangspunt zijn de drie teksten die gemaakt zijn binnen de denkgroep die na de verkiezingen heeft gewerkt. ( zie op de site bij voorbereiding congres)”
+ motie/motion: A voter en une fois ou en 3. Ineens of apart te stemmen.
Fin journé 17 h / einde dag 17 u
“Le congrès de CAP signe la pétition “ sauvons la solidarité” et met ces actions des mois prochaines dans l’ esprit de cet campagne. CAP y lie la demande et des actions pour un réferendum sur le nouvelle Traité européen. CAP prépare avec cela sa participation électoral de 2009 ».
« Het congres van CAP tekent de oproep ‘red de solidariteit ‘ en stelt haar acties de komende maanden in teken van deze campanje. CAP verbindt er aan de eis en een campanje voor een referendum over het nieuw Europees Verdrag. CAP bereid daarmee zijn verkiezingsdeelname van 2009”.
Abonneren op:
Posts (Atom)
DISCUSSIETEKSTEN • TEXTES DE DISCUSSION
DEZE TEKSTEN LIGGEN NIET TER STEMMING VOOR • HET ZIJN LOUTER DISCUSSIETEKSTEN DIE VOOR VERHELDERING KUNNEN ZORGEN
CES TEXTES NE SONT PAS A VOTER • CE SONT DES TEXTES A DISCUTER QUI PEUVENT CLARIFIER
••• POINTS CLES POUR LES CAMPAGNES CAP •••
Lors de la précédente réunion Bruxelles, il a été décidé de créer un groupe de réflexion au sein du CAP (ouvert à tous), dans le but d’identifier un certain nombre de points clés. Personnellement, je pense que des slogans très clairs seraient un avantage dans notre stratégie de communication. A condition naturellement que notre stratégie de communication soient basées sur ces points clés. Par exemple :
Un dépliant ou un pamphlet pour chaque slogan
Un dépliant ou un pamphlet pour tous les slogans
Une affiche avec tous les slogans
Une classification sur le site Web basée sur les points clés, avec pour chaque slogan un forum de discussion mais aussi un forum où des contributions peuvent être apportées au contenu (par exemple, la recherche scientifique, les statistiques, ...).
Ce ne sont que queques idées, ci-dessous quelques suggestions pour la formulation d’un certain nombre de points clés. Je me limite à deux mesures par point clé, auxquelles le CAP peut peut-être adhérer.
Toute réponse ou contribution est la bienvenue sur dzirzinsky@skynet.be. Je prends cette initiative parce que je l’ai promis à Jef Sleeckx qui n’a pas le temps de le faire.
Je précise que toutes les réactions aux points clés évoqués seront ajoutés à mon texte initial et tous ceux qui voudra bien en discuter aura l’opportunité de le faire au cours d’une prochaine réunion qu’il faut fixer. Le but de cette réunion serait de déterminer un certain nombre de points clés sur lesquels nos prochaines campagnes seraient basées.
1. Travail
Supprimer la norme de salaire, doubler l'indice ordinaire (pas d'indice de santé)
2. Allocations sociales
Augmenter toutes les allocations sociales de 6% par législature en compensation des anciens sauts d’indice.
L’ajustement complet et automatique des allocations à l’augmentation du niveau de vie.
3. Energie
Que le gouvernement fixe les prix maximum en liaison avec les investissements indispensables dans les infrastructures.
4. Logement
Subventions directes pour les investissements liés à l’environnement (pas via la fiscalité)
5000 nouvelles habitations sociales par législature
5. Assurance-maladie
Elargissement du statut omnio aux salaires minimum
6. Allocations de chômage
Suppression de la méthode (je n’arrive pas à traduire correctement “sluitende aanpak”
Allocations non limitées dans le temps
7. Pacte des générations
Suppression du pacte actuel et remplacement par ceci :
- Droit généralisé à la prépension après 25 ans de service
- Recrutement obligatoire de jeunes en compensation aux départs en pension ou prépension
8. Climat
Tous les ministres doivent produire un rapport d'effets à leurs décisions
9. Démocratie
Organisation d’un réferendum pour toutes les décisions irrévocables concernant l’Europe
Cercles fédéraux électoraux (???)
10. Syndicat.
Représentation syndicale immédiate dans les entreprises à partir de 20 employés
Suppression du droit au référé lors des conflits sociaux
••• SPEERPUNTEN VOOR CAP •••
Op de vorige CAP-vergadering te Brussel werd besloten een denkgroep rond de CAP op te richten (waar iedereen kan aan deelnemen) met als doel een aantal speerpunten op te stellen. Persoonlijk zie ik in een aantal duidelijke speerpunten een voordeel naar communicatiestrategie toe. Dit op voorwaarde natuurlijk dat we onze communicatiestrategie baseren op deze speerpunten. Zoals bvb een folder of pamflet over elk speerpunt
• Een folder of pamflet met alle speerpunten samen
• Een affiche met alle speerpunten
• De website ingedeeld volgens de speerpunten met voor elk speerpunt een discussieforum maar ook een forum waarop inhoudelijke bijdragen (bvb. wetenschappelijk onderzoek, cijfermateriaal) kunnen gepost worden
Dit zijn maar enkele ideetjes. Hieronder een poging tot het formuleren van een aantal speerpunten. Ik beperk me hier tot 2 maatregelen per speerpunt waar CAP misschien achter kan staan.
Alle feedback is welkom op dzirzinsky@skynet.be . Ik neem hier dit initiatief omdat ik dit beloofd heb aan Jef Sleeckx omdat hij niet de tijd had om dit te doen.
Ik stel voor dat ik alle reacties op mijn speerpunten toevoeg aan mijn tekst en dat iedereen die wil mee discuteren de kans krijgt dit te doen op naar een nader te bepalen vergadering.
Het is dan wel de bedoeling dat het resultaat van deze vergadering is dat we een beperkt aantal speerpunten kiezen waarrond we dan verder campagne voeren.
1.Werken
Afschaffing van de loonnorm
Herinvoering van de gewone index (geen gezondheidsindex)
2.Sociale uitkeringen
Verhoging alle sociale uitkeringen met 6% in 1 legislatuur ter compensatie van de vroegere indexsprongen
Volledige en automatische koppeling van de uitkeringen aan de stijgende welvaart
3. Energie.
Instellen van maximumprijzen door de overheid gekoppeld aan verplichte investeringen in de infrastructuur
4. Wonen.
Rechtstreekse subsidies voor milieu-investeringen (niet via de fiscaliteit)
Gecontroleerde huurprijzen
5000 nieuwe sociale woningen per legislatuur
5. Ziekteverzekering
Uitbreiding van het omniostatuut tot inkomens gelijk aan het minimumloon
6. Werkloosheidsverzekering
Afschaffing van de 'sluitende aanpak'
Uitkeringen onbeperkt in de tijd
7. Generatiepact
Afschaffing van het huidige generatiepact en dit vervangen door:
• Veralgemeend recht op brugpensioen na 25 jaar dienst en met verplichte compenserende aanwervingen onder de jongeren
• Recht op 5 jaar loopbaanonderbreking met verplichte compenserende aanwervingen onder de jongeren
8. Klimaat.
Alle ministers dienen bij hun beslissingen een klimaateffectrapport te voegen
9. Democratie.
Invoering van een referendum voor onomkeerbare EU-beslissingen. Federale kieskringen
10. Vakbond.
Onmiddellijke vakbondsvertegenwoordiging in KMO’s vanaf 20 werknemers. Afschaffen recht op kort geding bij sociale conflicten
••• 10 PUNTEN PROGRAMMA •••
1. Wij willen een samenleving gebaseerd op gelijkheid, vrijheid en verbondenheid.
2. Wij willen een overheid die die gelijkheid bevordert, die vrijheid garandeert en de verbondenheid stimuleert.
3. Wij willen dat die gelijkheid vormt krijg via gelijke kansen. Wij willen dat ieder van ons die - om welke reden ook - minder mogelijkheden heeft, door de overheid gesteund wordt zodat onze kansen gelijk zijn.
4. We willen in de grootst mogelijke vrijheid van die gelijke kansen gebruik kunnen maken. We willen onze religie, onderwijs, werk, woonst en consumptie in alle vrijheid kunnen kiezen en beleven. We willen dat de overheid onze vrijheid garandeert en beschermt. We willen dat de overheid alle obstakels uit de weg ruimt die onze vrijheid beperken of bedreigen.
5. We willen leven in verbondenheid met onze buren dichtbij en veraf. Verbondenheid komt tot stand als we in onze straat, onze wijk, ons stad, onze regio, ons land of geheel van landen zelf en samen vorm kunnen geven aan ons leven.
6. We willen een democratische samenleving waarbij de uiteindelijke politieke, juridische en economische beslissingen genomen worden door ons, de bevolking. We willen een overheid die ervoor zorgt dat wij met kennis van zaken over die beslissingen kunnen oordelen en waarbij de hefbomen krijgen om onze macht concreet gestalte te geven. Lokaal maar ook internationaal.
7. We willen een behoorlijk inkomen voor iedereen. We willen dat dat inkomen via zinvol en vast werk tot stand komt. We willen een overheid die werkgelegenheid creëert, die ervoor zorgt dat dat werk gegarandeerd is, dat het onder veilige en menselijke voorwaarden kan gebeuren en dat het bijdraagt aan een betere samenleving.
We willen dat iedereen die geen werk heeft (werklozen, gepensioneerden, zieken, jongeren) een inkomen krijgt dat gelijke tred houdt met de levensduurte en een menswaardig en aangenaam leven mogelijk maakt.
We willen een herverdeling van de bestaande welvaart en we willen een overheid die die herverdeling organiseert.
8. We willen een samenleving die in evenwicht is met de natuur en rekening houdt met de natuurlijke beperkingen van ons milieu. We verwerpen de idee van een onbeperkte groei in een beperkt milieu en wijzen daarom de dwangneurose van het winstprincipe af. We willen geen economie die zich als een vraatzuchtig monster door landschappen vreet en planten, dieren, mensen en de belangrijkste elementen alleen ziet als voedsel voor onverzadigbare winsthonger.
We willen een economie die gericht is op de bevrediging van behoeftes van mensen en niet in functie van geld of winst.
9. We willen dat iedereen kan bijdragen en genieten van alle vormen van cultuur. We willen dat die cultuur de uitdrukking is van wat we zelf meemaken, zien, geloven, hopen, denken of vrezen. We willen dat cultuur gemaakt wordt in functie van het vrolijker, slimmer, aangenamer, mooier, duidelijker maken van onze samenleving en niet in functie van geld of winst.
10. We willen samen werken aan een andere wereld die tegemoet komt aan wat mensen echt belangrijk vinden. We willen een menselijke samenleving die georganiseerd wordt in functie van gelukkige mensen en gelukkige kinderen. Een samenleving die kinderen opvoedt naar vrije, zelfstandige en gelukkige mensen, die ervoor zorgt dat mensen werken om te leven maar nooit leven om te werken, die zorg draagt voor wie zwakker is en iedereen stimuleert die sterker is. We willen een ontwikkeling van de mens in evenwicht met de natuur. Een ontwikkeling die de mens centraal stelt en aan zijn behoeftes tegemoet komt en zijn of haar dromen en fantasie stimuleert en hen helpt die om te zetten in realiteit. We willen meer macht voor meer mensen om zelf mee te beslissen over alle zaken waarmee ze te maken hebben.
We zullen zelf bijdragen aan die betere wereld. Het is in functie daarvan dat we ons organiseren in het Comité voor een Andere Politiek met het duidelijk engagement zelf naar eigen mogelijkheden bij te dragen. We roepen onze vrienden, familie, kennissen en collega's op om mee te werken aan die betere wereld en we staan zelf open voor medewerking met alle mensen en organisaties die onze doelstellingen en bekommernissen delen.
••• DECLARATION DE PRINCIPES DU CAP •••
“Le mouvement s’oppose à la politique néolibérale de tous les partis politiques (…). Contraire à cela, le mouvement aspire à un projet démocratique de base dans lequel la production est au service des besoins de tous et non pas en fonction des profits de quelques uns. Un tel projet départ des besoins sociaux et des aspirations des couches larges de la population, indépendamment qu’ils soient flamand, wallon ou bruxellois, homme ou femme, non-Belge ou sans papiers. » (Texte première Conférence du CAP, 28/10/’06)
C’est comme ça que le CAP se voyait lors de la première réunion. Aujourd’hui nous voulons commencer la construction d’un nouveau parti politique, qui se donne comme but de devenir le parti des travailleurs et de tous ceux qui doivent vivre des allocations trop basses (ou n’ont même plus ça).
De quoi nous départons?
Comme on l’a vu dans le dernier siècle, le développement économique de la société capitaliste mène à un fossé toujours plus grand entre pauvre et riche. Jamais dans l’histoire, un si petit minorité de la population dans le monde et dans chaque pays n’a connu une concentration de richesse tellement grande. Ce processus continuait aussi dans la période historique relativement brève après la deuxième guerre mondiale, quand le haut vol de la production et de la commerce mondiale permettait que la lutte du mouvement ouvriers et des mouvements sociaux menait encore à des concessions et des reformes progressives. Aussi à ce moment les travailleurs ont payé un prix pour cela : l’augmentation de la productivité et de la pression de travail a fait de la population travaillant en Belgique le teneur continué du record dans les maladies liés au stress et la situation écologique est devenu de toujours plus pénible.
Depuis 1974-’75 cette période est devenue du temps passé. Les derniers 25 années tous les partis politiques se sont impliqués dans une politique de démantèlement des acquis de la période d’après-guerre. La direction des syndicats, liées aux partis sociale-démocrates et chrétien-démocrates, l’a accepté. Le processus de concentration de richesse continue toujours, mais maintenant dans une période de croissance économique limitée, alterné par des crises qui mettent le chômage structurel et la pauvreté qui vient avec à des nouveaux hauteurs. Partout les systèmes de sécurité social ont été mis sous pression, les services publiques ont été démantelés et/ou privatisés, on a été confronté d’attaques sur les salaires et les conditions de travail et partout un secteur à bas salaires a été créé, la sécurité de travail et de vie é été minée. Cela nous montre que la classe possédante, tant qu’elle maintient le pouvoir va toujours de nouveau mettre en question nos acquis.
Qu’est-ce que nous voulons ?
Un « projet démocratique de base où la production est en fonction des besoins de tous et non en fonction des profits de quelques uns. Un tel projet départ des besoins sociaux et des aspirations des couches larges de la population, indépendant qu’ils sont flamands, wallons ou bruxellois, homme ou femme, non-belge ou sans papiers. » (28/10/’06)
Nous pensons que les moyens pour une société sociale et humaine sont présents. Jamais l’humanité a produit une tellement grande richesse, assez pour offrir à toute la population mondiale une existence confortable. Mais les bénéfices ne reviennent pas aux salariés et aux couches de la population qui vivent de leur travail (petits commerçants, professions indépendants,…) ou des allocations sociales. Pour eux le progrès technologique signifie une augmentation de l’exploitation, de l’insécurité de l’existence, de stress et de pauvreté.
Chaque nouvelle crise économique généralise de toujours plus l’insécurité de vie et de travail à l’état “normal” de notre société. Ensemble avec les dégâts faits à l’environnement naturel dans lequel nous vivons, cette insécurité généralisée de la population qui travaille – les producteurs de la richesse – que la mode de production actuelle n’est plus capable de faire développer la société : la vision à court terme de l’élite qui a soif aux profits le rend impossible de venir à un développement harmonieux des moyens de production dans l’intérêt de la majorité de la population mondiale et tenant compte du développement écologique.
Nous pensons que les moyens matériels, techniques et humaines sont là pour exproprier ceux qui ont aujourd’hui le pouvoir sur base de leur capital et de leur contrôle sur la production et pour socialiser la production et la mettre en service des besoins de la majorité de la population. Ce qui manque est l’organisation des couches larges de la population opprimée, surtout les travailleurs, pour construire une société réellement démocratique, basée sur la propriété publique des moyens de production, géré en contrôlé démocratiquement par les vrais producteurs, avec comme premier but la satisfaction des besoins des larges masses de la population. C’est ce que nous appelons le socialisme.
Envers les sociétés qui s’appelaient socialistes, mais qui étaient basés sur une économie planifiés bureaucratiquement, nous posons la démocratie ouvrière : gérer ensemble la société et la production sur base démocratique par les réels producteurs dans la société. Envers les partis sociaux-démocrates qui ont représenté historiquement le mouvement ouvrier nous posons les leçons des derniers 25 années : tous qu’on peut obtenir dans ce système va toujours apparaître temporaire et partiel, restant toujours ouvert aux attaques du patronat et de ses partis. Puisqu’une société dans laquelle tout le monde est impliquée et donne dans la forme de son travail une contribution et dans laquelle tout le monde reçoit ce qu’il/elle faut, est contraire aux intérêts de ceux qui sont au pouvoir actuellement.
Comment nous pensons y arriver ?
Premièrement en reconstruisant de nouveau un instrument qui est indépendant de ceux au pouvoir. Le CAP veut organiser les travailleurs, ceux qui doivent vivre d’une allocation par manque de travail ou par impossibilité de travailler et les couches les plus pauvres et opprimés de la population pour lutter ensemble contre le démantèlement sociale et pour une politique alternative. Dans le programme politique qui suit nous formulons 10 revendications qui sont pour nous d’une importance vitale.
Ces points forment un programme général. L’élaboration technique de ces points se passe selon le CAP le mieux sur base des expériences concrètes des travailleurs, des habitants des quartiers, par ces gens qui sont réellement impliqués et qui ont développé une expertise sur les terrains impliqués mêmes. Ce programme n’est ni prémâché, ni gravé, mais va être adapté, élargi et raffiné sur base des expériences communes et de liberté de débat dans le courant de la lutte pour leur réalisation.
Nous partons de l’idée que dans la lutte l’instrument va être créé pour donner le coup de grâce au capitalisme, en Belgique comme ailleurs. Nous reconnaissons que les problèmes des travailleurs et des pauvres dans les autres pays du monde sont aussi nos problèmes et nous nous engageons de donner un soutien concret aux mouvements à l’étranger contre la politique asociale.
La lutte de la classe ouvrière contre l’exploitation capitaliste est nécessairement une lutte politique. Le CAP le voit comme sa tâche de créer de nouveaux les possibilités et l’instrument – un parti politique – pour la canalisation de la lutte de classe dans une lutte consciente et unifiée et pour expliquer la nécessité de ses objectifs.
Nous nous ne battons pas pour des nouveaux privilèges de classe, mais pour une fin à la domination de classe et à l’existence des classes mêmes, pour des droits égaux et des devoirs égaux pour tous. De ce point de vue nous ne luttons pas seulement contre l’exploitation et l’oppression des salariés, mais contre chaque forme d’exploitation et d’oppression, n’importe si c’est dirigé contre une classe, un sexe, une origine nationale, une groupe communautaire,…
Partant de ces principes le CAP revendique prioritairement:
1. Un emploi convenable et bien payé pour tout le monde, en divisant le travail sur toutes les forces de travail disponible et en garantissant que tous ceux qui ne savent pas travailler peuvent compter sur une allocation confortable.
2. Un logement de qualité pour tous, assuré par un système large de logements sociaux.
3. Des services publics accessibles et larges (e.a. soins de santé, enseignement, transport, énergie, moyens de communication,…), financé par des moyens publique en lieu de payé par le consommateur individuel.
4. Une société impliqué et soigneuse, où on fait tout pour créer pour tout le monde une place dans la société. Pas de sexisme, racisme, homophobie,… Nous nous opposons à chaque forme d’oppression et d’exploitation, contre la politique de diviser pour régner d’aujourd’hui.
5. Une fin au démantèlement du droit de grève et du droit de libre expression. Pas d’intervention des courts de justice bourgeoises dans les conflits de travail.
6. Implication démocratique à tous les niveaux. Eligibilité et droit de rappel permanent pour toutes les fonctions qui contiennent une certaine pouvoir ou autorité.
7. Pour une fin aux privatisations des profits et la nationalisation des coûts : nationalisation, sous contrôle et gestion des travailleurs, des secteurs clés de l’économie (énergie, transport, industrie lourde, banques et holdings). Dans la production il faut tenir compte du principe de prévention ( ?) et il faut appliquer la connaissance technologique croissante pour arriver à une production qui ne nuit pas à l’environnement.
8. La construction d’un instrument, un parti politique qui peut organiser cette lutte sur base de discussion démocratique dans ses rangs.
9. Nous ne pouvons pas gagner la lutte seulement en Belgique. Pour la construction des liens réels de solidarité avec les travailleurs et les pauvres dans le monde entier, pour la construction d’un parti mondial contre le capital international.
10. Notre but final est la construction d’une société réellement solidaire, une société démocratique et socialiste.
••• BEGINSELVERKLARING VAN CAP •••
“De beweging verzet zich tegen het neoliberale beleid van alle traditionele politieke partijen (...). Daar tegenover streeft de beweging naar een basisdemocratisch project waar de productie in functie staat van de behoeften van allen en niet in functie van de winsten van enkelen. Dergelijk project vertrekt van de sociale noden en verzuchtingen van brede lagen van de bevolking, ongeacht of deze Vlaams, Waals of Brussels, mannelijk, vrouwelijk, niet-Belgisch of illegaal zijn.” (tekst eerste Conferentie van CAP, 28/10/’06)
Zo zag CAP zichzelf op haar eerste vergadering. Vandaag willen we beginnen met de uitbouw van een nieuwe politieke partij, die zich tot doel stelt de partij te worden van de werkende bevolking en allen die van de te lage uitkeringen moeten leven (of zelfs dat niet meer hebben).
Van waaruit vertrekken wij?
In de laatste eeuw bleek duidelijk dat de economische ontwikkeling van de kapitalistische samenleving tot een steeds grotere kloof tussen arm en rijk leidt. Nooit in de geschiedenis heeft een zo kleine minderheid - in de wereld en in ieder land afzonderlijk - een zo grote concentratie van rijkdom gekend. Dit proces ging ook door in de relatief korte historische periode na de tweede wereldoorlog, toen de hoge vlucht van de wereldproductie en –handel toeliet dat strijd van de arbeidersbeweging en de sociale bewegingen nog leidde tot toegevingen en progressieve hervormingen. Ook toen betaalden de werkenden daar een prijs voor: de opdrijving van productiviteit en werkdruk maakte van de Belgische werkende bevolking aanhoudend recordhouder in stressgerelateerde ziekten en de ecologische situatie werd steeds prangender.
Sinds 1974-’75 is die periode verleden tijd. De laatste kwarteeuw hebben alle traditionele politieke partijen zich ingeschakeld in een politiek van afbraak van de verworvenheden van de naoorlogse periode. De leiding van de vakbonden, verbonden aan de sociaal- en christen-democratische partijen, heeft zich daarbij neergelegd. Het proces van concentratie van rijkdom gaat nog steeds verder, maar nu in een periode van slechts zeer beperkte economische groei, afgewisseld door crisissen die de structurele werkloosheid en de daaraan gekoppelde armoede tot steeds nieuwe hoogten brengen. Overal staan sociale zekerheidsstelsels onder druk, zijn openbare diensten afgebouwd en/of geprivatiseerd, werden werkloosheid en armoede een “normaliteit”, zagen we aanvallen op de lonen en de arbeidsvoorwaarden en werd een lage loonsector gecreëerd, overal werden werk- en bestaanszekerheid ondergraven. Het toont ons dat de bezittende klasse, zolang ze de macht behoudt, steeds opnieuw onze verworvenheden in vraag zal stellen.
Wat willen wij?
Een “basisdemocratisch project waar de productie in functie staat van de behoeften van allen en niet in functie van de winsten van enkelen. Dergelijk project vertrekt van de sociale noden en verzuchtingen van brede lagen van de bevolking, ongeacht of deze Vlaams, Waals of Brussels, mannelijk, vrouwelijk, niet-Belgisch of illegaal zijn.” (28/10/’06)
We denken dat de middelen voor een sociale en menselijke samenleving aanwezig zijn. Nooit heeft de mensheid zo’n grote rijkdom geproduceerd, voldoende om de hele wereldbevolking een comfortabel bestaan te bieden. Maar de voordelen ervan komen niet ten goede aan de loontrekkenden en de bevolkingslagen die leven van hun arbeid (kleine middenstanders, onafhankelijke beroepen,…) of van sociale uitkeringen. Voor hen betekent technologische vooruitgang vandaag vooral een toename van uitbuiting, bestaansonzekerheid, stress en armoede.
Iedere nieuwe economische crisis veralgemeent de bestaans- en werkonzekerheid steeds meer tot de “normale” staat van onze samenleving. Samen met de schade die werd toegebracht aan de natuurlijke omgeving waarin we leven, toont deze veralgemeende onzekerheid van de werkende bevolking – de producenten van de rijkdom – dat de huidige productiewijze niet langer in staat is de samenleving verder te doen ontwikkelen: de korte termijnvisie van de winsthongerige elite maakt het onmogelijk om tot een een harmonieuze ontwikkeling te komen van de productiemiddelen ten behoeve van de meerderheid van de wereldbevolking en rekening houdend met de ecologische ontwikkeling.
We denken dat de materiële, technische en menselijke mogelijkheden er zijn om de huidige machthebbers – die de macht hebben op basis van hun kapitaal en hun controle over de huidige productie - te onteigenen om de productie te vermaatschappelijken en ten dienste te stellen van de behoeften van de meerderheid van de bevolking. Wat ontbreekt, is de organisatie van brede lagen van de onderdrukte bevolking, vooral de werkenden, om een reëel democratische samenleving uit te bouwen, gebaseerd op publieke eigendom van de productiemiddelen, democratisch gepland en gecontroleerd door de echte producenten met als eerste doelstelling de bevrediging van de behoeften van de brede massa’s van de bevolking. Dat is wat wij verstaan onder socialisme.
Tegenover de samenlevingen die zich socialistisch noemden, maar gebaseerd waren op een bureaucratisch geplande economie, stellen we arbeidersdemocratie: het samen beheren van de samenleving op democratische basis door de reële producenten in de maatschappij. Tegenover de sociaal democratische partijen die historisch gezien de arbeidersbeweging vertegenwoordigden, stellen we de lessen van de laatste 25 jaar: alles wat we binnen dit system kunnen krijgen, zal altijd tijdelijk en gedeeltelijk blijken te zijn en steeds open blijven staan voor aanvallen van het patronaat en haar partijen. Een samenleving waarin iedereen betrokken is en in de vorm van zijn/haar arbeid een bijdrage levert en waarin iedereen ontvangt wat hij/zij nodig heeft, gaat immers in tegen de belangen van de huidige machthebbers.
Hoe denken we dat te bereiken ?
Eerst en vooral door het opnieuw uitbouwen van een instrument dat onafhankelijk is van de machthebbers. CAP wil werkenden, mensen die bij gebrek aan een job of bij onmogelijkheid van werken, leven van een uitkering en de armste, meest onderdrukte lagen van de bevolking, organiseren om samen de strijd aan te gaan tegen de sociale afbraak en voor een alternatief beleid. In het hierop volgend politiek programma formuleren we 10 volgens ons levensnoodzakelijke eisen.
Ze vormen een algemeen programma. De technische uitwerking ervan gebeurt volgens CAP het best op basis van concrete ervaringen door werkenden, door buurtbewoners, door mensen die reëel betrokken zijn en een deskundigheid op de betrokken terreinen hebben ontwikkeld. Dit programma is noch voorgekauwd, noch in steen gebeiteld, maar zal aangepast, uitgebreid en verfijnd worden op basis van gemeenschappelijke ervaring en vrijheid van debat in de loop van de strijd voor hun realisatie.
We gaan ervan uit dat in de strijd het instrument zal gecreëerd worden om het kapitalisme een beslissende klap toe te brengen, zowel in België als elders. We erkennen dat de problemen van werkenden en armen in andere landen in de wereld ook onze problemen zijn en we verbinden ons ertoe concrete steun te bieden aan buitenlandse bewegingen tegen de asociale politiek.
De strijd van de arbeidersklasse tegen de kapitalistische uitbuiting is noodzakelijkerwijs een politieke strijd. CAP ziet het als haar taak om opnieuw de mogelijkheden en het instrument te creëren – een politieke partij - voor het kanaliseren van de klassenstrijd in een bewuste en eengemaakte strijd en om de noodzakelijkheid van haar doelstellingen uiteen te zetten.
We vechten niet voor nieuwe klassenprivileges, maar voor een einde aan de klassenheerschappij en aan het bestaan van klassen zelf, voor gelijke rechten en gelijke plichten voor allen. Vanuit dit standpunt vechten we niet enkel tegen de uitbuiting en onderdrukking van loontrekkenden, maar tegen elke vorm van uitbuiting en onderdrukking, of dat nu gericht is tegen een klasse, een sekse, een nationale afkomst, een communautaire groep,…
Uitgaand van deze principes eist CAP eerst en vooral:
1. Een degelijke en goedbetaalde job voor iedereen, waarbij het werk verdeeld wordt over alle beschikbare arbeidskrachten en waarbij iedereen die niet kan werken, kan rekenen op een comfortabele uitkering.
2. Een kwaliteitsvolle woonplaats voor iedereen, verzekerd door een uitgebreid stelsel van sociale woningen.
3. Toegankelijke en uitgebreide openbare diensten (o.a. gezondheidszorg, onderwijs, transport, energie, communicatiemiddelen,...) gefinancierd met publieke middelen i.p.v. betaald door de individuele gebruiker.
4. Een zorgzame en betrokken samenleving, waarbij alles wordt gedaan om voor iedereen een plaats in de maatschappij te creëren. Geen seksisme, racisme, homofobie,... We verzetten ons tegen elke vorm van onderdrukking of uitbuiting, tegen de verdeel-en-heerspolitiek van vandaag.
5. Een einde aan de afbouw van het stakingsrecht en het recht op vrije meningsuiting. Geen inmenging van de burgerlijke rechtbanken in arbeidsconflicten.
6. Democratische inspraak op alle niveaus. Verkiesbaarheid en permanente afzetbaarheid voor alle functies die een zekere macht of autoriteit inhouden.
7. Voor een einde aan de privatisering van de winsten en de nationalisatie van de kosten: nationalisatie, onder controle en beheer van de werkenden, van de sleutelsectoren van de economie (energie, transport, zware industrie, banken en holdings). In de productie moet rekening gehouden worden met het voorzorgsprincipe en moet de groeiende technologische kennis ingezet worden om te komen tot een milieuvriendelijke productie.
8. De uitbouw van een instrument, een politieke partij die deze strijd kan organiseren op basis van democratische discussie in haar rangen.
9. In België alleen winnen we die strijd niet. Voor het uitbouwen van reële banden van solidariteit met werkenden en armen in de hele wereld, voor het uitbouwen van een wereldpartij tegen het internationale kapitaal.
10. Ons uiteindelijke doel is de uitbouw van een reëel solidaire samenleving, een democratisch socialistische maatschappij.
CES TEXTES NE SONT PAS A VOTER • CE SONT DES TEXTES A DISCUTER QUI PEUVENT CLARIFIER
••• POINTS CLES POUR LES CAMPAGNES CAP •••
Lors de la précédente réunion Bruxelles, il a été décidé de créer un groupe de réflexion au sein du CAP (ouvert à tous), dans le but d’identifier un certain nombre de points clés. Personnellement, je pense que des slogans très clairs seraient un avantage dans notre stratégie de communication. A condition naturellement que notre stratégie de communication soient basées sur ces points clés. Par exemple :
Un dépliant ou un pamphlet pour chaque slogan
Un dépliant ou un pamphlet pour tous les slogans
Une affiche avec tous les slogans
Une classification sur le site Web basée sur les points clés, avec pour chaque slogan un forum de discussion mais aussi un forum où des contributions peuvent être apportées au contenu (par exemple, la recherche scientifique, les statistiques, ...).
Ce ne sont que queques idées, ci-dessous quelques suggestions pour la formulation d’un certain nombre de points clés. Je me limite à deux mesures par point clé, auxquelles le CAP peut peut-être adhérer.
Toute réponse ou contribution est la bienvenue sur dzirzinsky@skynet.be. Je prends cette initiative parce que je l’ai promis à Jef Sleeckx qui n’a pas le temps de le faire.
Je précise que toutes les réactions aux points clés évoqués seront ajoutés à mon texte initial et tous ceux qui voudra bien en discuter aura l’opportunité de le faire au cours d’une prochaine réunion qu’il faut fixer. Le but de cette réunion serait de déterminer un certain nombre de points clés sur lesquels nos prochaines campagnes seraient basées.
1. Travail
Supprimer la norme de salaire, doubler l'indice ordinaire (pas d'indice de santé)
2. Allocations sociales
Augmenter toutes les allocations sociales de 6% par législature en compensation des anciens sauts d’indice.
L’ajustement complet et automatique des allocations à l’augmentation du niveau de vie.
3. Energie
Que le gouvernement fixe les prix maximum en liaison avec les investissements indispensables dans les infrastructures.
4. Logement
Subventions directes pour les investissements liés à l’environnement (pas via la fiscalité)
5000 nouvelles habitations sociales par législature
5. Assurance-maladie
Elargissement du statut omnio aux salaires minimum
6. Allocations de chômage
Suppression de la méthode (je n’arrive pas à traduire correctement “sluitende aanpak”
Allocations non limitées dans le temps
7. Pacte des générations
Suppression du pacte actuel et remplacement par ceci :
- Droit généralisé à la prépension après 25 ans de service
- Recrutement obligatoire de jeunes en compensation aux départs en pension ou prépension
8. Climat
Tous les ministres doivent produire un rapport d'effets à leurs décisions
9. Démocratie
Organisation d’un réferendum pour toutes les décisions irrévocables concernant l’Europe
Cercles fédéraux électoraux (???)
10. Syndicat.
Représentation syndicale immédiate dans les entreprises à partir de 20 employés
Suppression du droit au référé lors des conflits sociaux
••• SPEERPUNTEN VOOR CAP •••
Op de vorige CAP-vergadering te Brussel werd besloten een denkgroep rond de CAP op te richten (waar iedereen kan aan deelnemen) met als doel een aantal speerpunten op te stellen. Persoonlijk zie ik in een aantal duidelijke speerpunten een voordeel naar communicatiestrategie toe. Dit op voorwaarde natuurlijk dat we onze communicatiestrategie baseren op deze speerpunten. Zoals bvb een folder of pamflet over elk speerpunt
• Een folder of pamflet met alle speerpunten samen
• Een affiche met alle speerpunten
• De website ingedeeld volgens de speerpunten met voor elk speerpunt een discussieforum maar ook een forum waarop inhoudelijke bijdragen (bvb. wetenschappelijk onderzoek, cijfermateriaal) kunnen gepost worden
Dit zijn maar enkele ideetjes. Hieronder een poging tot het formuleren van een aantal speerpunten. Ik beperk me hier tot 2 maatregelen per speerpunt waar CAP misschien achter kan staan.
Alle feedback is welkom op dzirzinsky@skynet.be . Ik neem hier dit initiatief omdat ik dit beloofd heb aan Jef Sleeckx omdat hij niet de tijd had om dit te doen.
Ik stel voor dat ik alle reacties op mijn speerpunten toevoeg aan mijn tekst en dat iedereen die wil mee discuteren de kans krijgt dit te doen op naar een nader te bepalen vergadering.
Het is dan wel de bedoeling dat het resultaat van deze vergadering is dat we een beperkt aantal speerpunten kiezen waarrond we dan verder campagne voeren.
1.Werken
Afschaffing van de loonnorm
Herinvoering van de gewone index (geen gezondheidsindex)
2.Sociale uitkeringen
Verhoging alle sociale uitkeringen met 6% in 1 legislatuur ter compensatie van de vroegere indexsprongen
Volledige en automatische koppeling van de uitkeringen aan de stijgende welvaart
3. Energie.
Instellen van maximumprijzen door de overheid gekoppeld aan verplichte investeringen in de infrastructuur
4. Wonen.
Rechtstreekse subsidies voor milieu-investeringen (niet via de fiscaliteit)
Gecontroleerde huurprijzen
5000 nieuwe sociale woningen per legislatuur
5. Ziekteverzekering
Uitbreiding van het omniostatuut tot inkomens gelijk aan het minimumloon
6. Werkloosheidsverzekering
Afschaffing van de 'sluitende aanpak'
Uitkeringen onbeperkt in de tijd
7. Generatiepact
Afschaffing van het huidige generatiepact en dit vervangen door:
• Veralgemeend recht op brugpensioen na 25 jaar dienst en met verplichte compenserende aanwervingen onder de jongeren
• Recht op 5 jaar loopbaanonderbreking met verplichte compenserende aanwervingen onder de jongeren
8. Klimaat.
Alle ministers dienen bij hun beslissingen een klimaateffectrapport te voegen
9. Democratie.
Invoering van een referendum voor onomkeerbare EU-beslissingen. Federale kieskringen
10. Vakbond.
Onmiddellijke vakbondsvertegenwoordiging in KMO’s vanaf 20 werknemers. Afschaffen recht op kort geding bij sociale conflicten
••• 10 PUNTEN PROGRAMMA •••
1. Wij willen een samenleving gebaseerd op gelijkheid, vrijheid en verbondenheid.
2. Wij willen een overheid die die gelijkheid bevordert, die vrijheid garandeert en de verbondenheid stimuleert.
3. Wij willen dat die gelijkheid vormt krijg via gelijke kansen. Wij willen dat ieder van ons die - om welke reden ook - minder mogelijkheden heeft, door de overheid gesteund wordt zodat onze kansen gelijk zijn.
4. We willen in de grootst mogelijke vrijheid van die gelijke kansen gebruik kunnen maken. We willen onze religie, onderwijs, werk, woonst en consumptie in alle vrijheid kunnen kiezen en beleven. We willen dat de overheid onze vrijheid garandeert en beschermt. We willen dat de overheid alle obstakels uit de weg ruimt die onze vrijheid beperken of bedreigen.
5. We willen leven in verbondenheid met onze buren dichtbij en veraf. Verbondenheid komt tot stand als we in onze straat, onze wijk, ons stad, onze regio, ons land of geheel van landen zelf en samen vorm kunnen geven aan ons leven.
6. We willen een democratische samenleving waarbij de uiteindelijke politieke, juridische en economische beslissingen genomen worden door ons, de bevolking. We willen een overheid die ervoor zorgt dat wij met kennis van zaken over die beslissingen kunnen oordelen en waarbij de hefbomen krijgen om onze macht concreet gestalte te geven. Lokaal maar ook internationaal.
7. We willen een behoorlijk inkomen voor iedereen. We willen dat dat inkomen via zinvol en vast werk tot stand komt. We willen een overheid die werkgelegenheid creëert, die ervoor zorgt dat dat werk gegarandeerd is, dat het onder veilige en menselijke voorwaarden kan gebeuren en dat het bijdraagt aan een betere samenleving.
We willen dat iedereen die geen werk heeft (werklozen, gepensioneerden, zieken, jongeren) een inkomen krijgt dat gelijke tred houdt met de levensduurte en een menswaardig en aangenaam leven mogelijk maakt.
We willen een herverdeling van de bestaande welvaart en we willen een overheid die die herverdeling organiseert.
8. We willen een samenleving die in evenwicht is met de natuur en rekening houdt met de natuurlijke beperkingen van ons milieu. We verwerpen de idee van een onbeperkte groei in een beperkt milieu en wijzen daarom de dwangneurose van het winstprincipe af. We willen geen economie die zich als een vraatzuchtig monster door landschappen vreet en planten, dieren, mensen en de belangrijkste elementen alleen ziet als voedsel voor onverzadigbare winsthonger.
We willen een economie die gericht is op de bevrediging van behoeftes van mensen en niet in functie van geld of winst.
9. We willen dat iedereen kan bijdragen en genieten van alle vormen van cultuur. We willen dat die cultuur de uitdrukking is van wat we zelf meemaken, zien, geloven, hopen, denken of vrezen. We willen dat cultuur gemaakt wordt in functie van het vrolijker, slimmer, aangenamer, mooier, duidelijker maken van onze samenleving en niet in functie van geld of winst.
10. We willen samen werken aan een andere wereld die tegemoet komt aan wat mensen echt belangrijk vinden. We willen een menselijke samenleving die georganiseerd wordt in functie van gelukkige mensen en gelukkige kinderen. Een samenleving die kinderen opvoedt naar vrije, zelfstandige en gelukkige mensen, die ervoor zorgt dat mensen werken om te leven maar nooit leven om te werken, die zorg draagt voor wie zwakker is en iedereen stimuleert die sterker is. We willen een ontwikkeling van de mens in evenwicht met de natuur. Een ontwikkeling die de mens centraal stelt en aan zijn behoeftes tegemoet komt en zijn of haar dromen en fantasie stimuleert en hen helpt die om te zetten in realiteit. We willen meer macht voor meer mensen om zelf mee te beslissen over alle zaken waarmee ze te maken hebben.
We zullen zelf bijdragen aan die betere wereld. Het is in functie daarvan dat we ons organiseren in het Comité voor een Andere Politiek met het duidelijk engagement zelf naar eigen mogelijkheden bij te dragen. We roepen onze vrienden, familie, kennissen en collega's op om mee te werken aan die betere wereld en we staan zelf open voor medewerking met alle mensen en organisaties die onze doelstellingen en bekommernissen delen.
••• DECLARATION DE PRINCIPES DU CAP •••
“Le mouvement s’oppose à la politique néolibérale de tous les partis politiques (…). Contraire à cela, le mouvement aspire à un projet démocratique de base dans lequel la production est au service des besoins de tous et non pas en fonction des profits de quelques uns. Un tel projet départ des besoins sociaux et des aspirations des couches larges de la population, indépendamment qu’ils soient flamand, wallon ou bruxellois, homme ou femme, non-Belge ou sans papiers. » (Texte première Conférence du CAP, 28/10/’06)
C’est comme ça que le CAP se voyait lors de la première réunion. Aujourd’hui nous voulons commencer la construction d’un nouveau parti politique, qui se donne comme but de devenir le parti des travailleurs et de tous ceux qui doivent vivre des allocations trop basses (ou n’ont même plus ça).
De quoi nous départons?
Comme on l’a vu dans le dernier siècle, le développement économique de la société capitaliste mène à un fossé toujours plus grand entre pauvre et riche. Jamais dans l’histoire, un si petit minorité de la population dans le monde et dans chaque pays n’a connu une concentration de richesse tellement grande. Ce processus continuait aussi dans la période historique relativement brève après la deuxième guerre mondiale, quand le haut vol de la production et de la commerce mondiale permettait que la lutte du mouvement ouvriers et des mouvements sociaux menait encore à des concessions et des reformes progressives. Aussi à ce moment les travailleurs ont payé un prix pour cela : l’augmentation de la productivité et de la pression de travail a fait de la population travaillant en Belgique le teneur continué du record dans les maladies liés au stress et la situation écologique est devenu de toujours plus pénible.
Depuis 1974-’75 cette période est devenue du temps passé. Les derniers 25 années tous les partis politiques se sont impliqués dans une politique de démantèlement des acquis de la période d’après-guerre. La direction des syndicats, liées aux partis sociale-démocrates et chrétien-démocrates, l’a accepté. Le processus de concentration de richesse continue toujours, mais maintenant dans une période de croissance économique limitée, alterné par des crises qui mettent le chômage structurel et la pauvreté qui vient avec à des nouveaux hauteurs. Partout les systèmes de sécurité social ont été mis sous pression, les services publiques ont été démantelés et/ou privatisés, on a été confronté d’attaques sur les salaires et les conditions de travail et partout un secteur à bas salaires a été créé, la sécurité de travail et de vie é été minée. Cela nous montre que la classe possédante, tant qu’elle maintient le pouvoir va toujours de nouveau mettre en question nos acquis.
Qu’est-ce que nous voulons ?
Un « projet démocratique de base où la production est en fonction des besoins de tous et non en fonction des profits de quelques uns. Un tel projet départ des besoins sociaux et des aspirations des couches larges de la population, indépendant qu’ils sont flamands, wallons ou bruxellois, homme ou femme, non-belge ou sans papiers. » (28/10/’06)
Nous pensons que les moyens pour une société sociale et humaine sont présents. Jamais l’humanité a produit une tellement grande richesse, assez pour offrir à toute la population mondiale une existence confortable. Mais les bénéfices ne reviennent pas aux salariés et aux couches de la population qui vivent de leur travail (petits commerçants, professions indépendants,…) ou des allocations sociales. Pour eux le progrès technologique signifie une augmentation de l’exploitation, de l’insécurité de l’existence, de stress et de pauvreté.
Chaque nouvelle crise économique généralise de toujours plus l’insécurité de vie et de travail à l’état “normal” de notre société. Ensemble avec les dégâts faits à l’environnement naturel dans lequel nous vivons, cette insécurité généralisée de la population qui travaille – les producteurs de la richesse – que la mode de production actuelle n’est plus capable de faire développer la société : la vision à court terme de l’élite qui a soif aux profits le rend impossible de venir à un développement harmonieux des moyens de production dans l’intérêt de la majorité de la population mondiale et tenant compte du développement écologique.
Nous pensons que les moyens matériels, techniques et humaines sont là pour exproprier ceux qui ont aujourd’hui le pouvoir sur base de leur capital et de leur contrôle sur la production et pour socialiser la production et la mettre en service des besoins de la majorité de la population. Ce qui manque est l’organisation des couches larges de la population opprimée, surtout les travailleurs, pour construire une société réellement démocratique, basée sur la propriété publique des moyens de production, géré en contrôlé démocratiquement par les vrais producteurs, avec comme premier but la satisfaction des besoins des larges masses de la population. C’est ce que nous appelons le socialisme.
Envers les sociétés qui s’appelaient socialistes, mais qui étaient basés sur une économie planifiés bureaucratiquement, nous posons la démocratie ouvrière : gérer ensemble la société et la production sur base démocratique par les réels producteurs dans la société. Envers les partis sociaux-démocrates qui ont représenté historiquement le mouvement ouvrier nous posons les leçons des derniers 25 années : tous qu’on peut obtenir dans ce système va toujours apparaître temporaire et partiel, restant toujours ouvert aux attaques du patronat et de ses partis. Puisqu’une société dans laquelle tout le monde est impliquée et donne dans la forme de son travail une contribution et dans laquelle tout le monde reçoit ce qu’il/elle faut, est contraire aux intérêts de ceux qui sont au pouvoir actuellement.
Comment nous pensons y arriver ?
Premièrement en reconstruisant de nouveau un instrument qui est indépendant de ceux au pouvoir. Le CAP veut organiser les travailleurs, ceux qui doivent vivre d’une allocation par manque de travail ou par impossibilité de travailler et les couches les plus pauvres et opprimés de la population pour lutter ensemble contre le démantèlement sociale et pour une politique alternative. Dans le programme politique qui suit nous formulons 10 revendications qui sont pour nous d’une importance vitale.
Ces points forment un programme général. L’élaboration technique de ces points se passe selon le CAP le mieux sur base des expériences concrètes des travailleurs, des habitants des quartiers, par ces gens qui sont réellement impliqués et qui ont développé une expertise sur les terrains impliqués mêmes. Ce programme n’est ni prémâché, ni gravé, mais va être adapté, élargi et raffiné sur base des expériences communes et de liberté de débat dans le courant de la lutte pour leur réalisation.
Nous partons de l’idée que dans la lutte l’instrument va être créé pour donner le coup de grâce au capitalisme, en Belgique comme ailleurs. Nous reconnaissons que les problèmes des travailleurs et des pauvres dans les autres pays du monde sont aussi nos problèmes et nous nous engageons de donner un soutien concret aux mouvements à l’étranger contre la politique asociale.
La lutte de la classe ouvrière contre l’exploitation capitaliste est nécessairement une lutte politique. Le CAP le voit comme sa tâche de créer de nouveaux les possibilités et l’instrument – un parti politique – pour la canalisation de la lutte de classe dans une lutte consciente et unifiée et pour expliquer la nécessité de ses objectifs.
Nous nous ne battons pas pour des nouveaux privilèges de classe, mais pour une fin à la domination de classe et à l’existence des classes mêmes, pour des droits égaux et des devoirs égaux pour tous. De ce point de vue nous ne luttons pas seulement contre l’exploitation et l’oppression des salariés, mais contre chaque forme d’exploitation et d’oppression, n’importe si c’est dirigé contre une classe, un sexe, une origine nationale, une groupe communautaire,…
Partant de ces principes le CAP revendique prioritairement:
1. Un emploi convenable et bien payé pour tout le monde, en divisant le travail sur toutes les forces de travail disponible et en garantissant que tous ceux qui ne savent pas travailler peuvent compter sur une allocation confortable.
2. Un logement de qualité pour tous, assuré par un système large de logements sociaux.
3. Des services publics accessibles et larges (e.a. soins de santé, enseignement, transport, énergie, moyens de communication,…), financé par des moyens publique en lieu de payé par le consommateur individuel.
4. Une société impliqué et soigneuse, où on fait tout pour créer pour tout le monde une place dans la société. Pas de sexisme, racisme, homophobie,… Nous nous opposons à chaque forme d’oppression et d’exploitation, contre la politique de diviser pour régner d’aujourd’hui.
5. Une fin au démantèlement du droit de grève et du droit de libre expression. Pas d’intervention des courts de justice bourgeoises dans les conflits de travail.
6. Implication démocratique à tous les niveaux. Eligibilité et droit de rappel permanent pour toutes les fonctions qui contiennent une certaine pouvoir ou autorité.
7. Pour une fin aux privatisations des profits et la nationalisation des coûts : nationalisation, sous contrôle et gestion des travailleurs, des secteurs clés de l’économie (énergie, transport, industrie lourde, banques et holdings). Dans la production il faut tenir compte du principe de prévention ( ?) et il faut appliquer la connaissance technologique croissante pour arriver à une production qui ne nuit pas à l’environnement.
8. La construction d’un instrument, un parti politique qui peut organiser cette lutte sur base de discussion démocratique dans ses rangs.
9. Nous ne pouvons pas gagner la lutte seulement en Belgique. Pour la construction des liens réels de solidarité avec les travailleurs et les pauvres dans le monde entier, pour la construction d’un parti mondial contre le capital international.
10. Notre but final est la construction d’une société réellement solidaire, une société démocratique et socialiste.
••• BEGINSELVERKLARING VAN CAP •••
“De beweging verzet zich tegen het neoliberale beleid van alle traditionele politieke partijen (...). Daar tegenover streeft de beweging naar een basisdemocratisch project waar de productie in functie staat van de behoeften van allen en niet in functie van de winsten van enkelen. Dergelijk project vertrekt van de sociale noden en verzuchtingen van brede lagen van de bevolking, ongeacht of deze Vlaams, Waals of Brussels, mannelijk, vrouwelijk, niet-Belgisch of illegaal zijn.” (tekst eerste Conferentie van CAP, 28/10/’06)
Zo zag CAP zichzelf op haar eerste vergadering. Vandaag willen we beginnen met de uitbouw van een nieuwe politieke partij, die zich tot doel stelt de partij te worden van de werkende bevolking en allen die van de te lage uitkeringen moeten leven (of zelfs dat niet meer hebben).
Van waaruit vertrekken wij?
In de laatste eeuw bleek duidelijk dat de economische ontwikkeling van de kapitalistische samenleving tot een steeds grotere kloof tussen arm en rijk leidt. Nooit in de geschiedenis heeft een zo kleine minderheid - in de wereld en in ieder land afzonderlijk - een zo grote concentratie van rijkdom gekend. Dit proces ging ook door in de relatief korte historische periode na de tweede wereldoorlog, toen de hoge vlucht van de wereldproductie en –handel toeliet dat strijd van de arbeidersbeweging en de sociale bewegingen nog leidde tot toegevingen en progressieve hervormingen. Ook toen betaalden de werkenden daar een prijs voor: de opdrijving van productiviteit en werkdruk maakte van de Belgische werkende bevolking aanhoudend recordhouder in stressgerelateerde ziekten en de ecologische situatie werd steeds prangender.
Sinds 1974-’75 is die periode verleden tijd. De laatste kwarteeuw hebben alle traditionele politieke partijen zich ingeschakeld in een politiek van afbraak van de verworvenheden van de naoorlogse periode. De leiding van de vakbonden, verbonden aan de sociaal- en christen-democratische partijen, heeft zich daarbij neergelegd. Het proces van concentratie van rijkdom gaat nog steeds verder, maar nu in een periode van slechts zeer beperkte economische groei, afgewisseld door crisissen die de structurele werkloosheid en de daaraan gekoppelde armoede tot steeds nieuwe hoogten brengen. Overal staan sociale zekerheidsstelsels onder druk, zijn openbare diensten afgebouwd en/of geprivatiseerd, werden werkloosheid en armoede een “normaliteit”, zagen we aanvallen op de lonen en de arbeidsvoorwaarden en werd een lage loonsector gecreëerd, overal werden werk- en bestaanszekerheid ondergraven. Het toont ons dat de bezittende klasse, zolang ze de macht behoudt, steeds opnieuw onze verworvenheden in vraag zal stellen.
Wat willen wij?
Een “basisdemocratisch project waar de productie in functie staat van de behoeften van allen en niet in functie van de winsten van enkelen. Dergelijk project vertrekt van de sociale noden en verzuchtingen van brede lagen van de bevolking, ongeacht of deze Vlaams, Waals of Brussels, mannelijk, vrouwelijk, niet-Belgisch of illegaal zijn.” (28/10/’06)
We denken dat de middelen voor een sociale en menselijke samenleving aanwezig zijn. Nooit heeft de mensheid zo’n grote rijkdom geproduceerd, voldoende om de hele wereldbevolking een comfortabel bestaan te bieden. Maar de voordelen ervan komen niet ten goede aan de loontrekkenden en de bevolkingslagen die leven van hun arbeid (kleine middenstanders, onafhankelijke beroepen,…) of van sociale uitkeringen. Voor hen betekent technologische vooruitgang vandaag vooral een toename van uitbuiting, bestaansonzekerheid, stress en armoede.
Iedere nieuwe economische crisis veralgemeent de bestaans- en werkonzekerheid steeds meer tot de “normale” staat van onze samenleving. Samen met de schade die werd toegebracht aan de natuurlijke omgeving waarin we leven, toont deze veralgemeende onzekerheid van de werkende bevolking – de producenten van de rijkdom – dat de huidige productiewijze niet langer in staat is de samenleving verder te doen ontwikkelen: de korte termijnvisie van de winsthongerige elite maakt het onmogelijk om tot een een harmonieuze ontwikkeling te komen van de productiemiddelen ten behoeve van de meerderheid van de wereldbevolking en rekening houdend met de ecologische ontwikkeling.
We denken dat de materiële, technische en menselijke mogelijkheden er zijn om de huidige machthebbers – die de macht hebben op basis van hun kapitaal en hun controle over de huidige productie - te onteigenen om de productie te vermaatschappelijken en ten dienste te stellen van de behoeften van de meerderheid van de bevolking. Wat ontbreekt, is de organisatie van brede lagen van de onderdrukte bevolking, vooral de werkenden, om een reëel democratische samenleving uit te bouwen, gebaseerd op publieke eigendom van de productiemiddelen, democratisch gepland en gecontroleerd door de echte producenten met als eerste doelstelling de bevrediging van de behoeften van de brede massa’s van de bevolking. Dat is wat wij verstaan onder socialisme.
Tegenover de samenlevingen die zich socialistisch noemden, maar gebaseerd waren op een bureaucratisch geplande economie, stellen we arbeidersdemocratie: het samen beheren van de samenleving op democratische basis door de reële producenten in de maatschappij. Tegenover de sociaal democratische partijen die historisch gezien de arbeidersbeweging vertegenwoordigden, stellen we de lessen van de laatste 25 jaar: alles wat we binnen dit system kunnen krijgen, zal altijd tijdelijk en gedeeltelijk blijken te zijn en steeds open blijven staan voor aanvallen van het patronaat en haar partijen. Een samenleving waarin iedereen betrokken is en in de vorm van zijn/haar arbeid een bijdrage levert en waarin iedereen ontvangt wat hij/zij nodig heeft, gaat immers in tegen de belangen van de huidige machthebbers.
Hoe denken we dat te bereiken ?
Eerst en vooral door het opnieuw uitbouwen van een instrument dat onafhankelijk is van de machthebbers. CAP wil werkenden, mensen die bij gebrek aan een job of bij onmogelijkheid van werken, leven van een uitkering en de armste, meest onderdrukte lagen van de bevolking, organiseren om samen de strijd aan te gaan tegen de sociale afbraak en voor een alternatief beleid. In het hierop volgend politiek programma formuleren we 10 volgens ons levensnoodzakelijke eisen.
Ze vormen een algemeen programma. De technische uitwerking ervan gebeurt volgens CAP het best op basis van concrete ervaringen door werkenden, door buurtbewoners, door mensen die reëel betrokken zijn en een deskundigheid op de betrokken terreinen hebben ontwikkeld. Dit programma is noch voorgekauwd, noch in steen gebeiteld, maar zal aangepast, uitgebreid en verfijnd worden op basis van gemeenschappelijke ervaring en vrijheid van debat in de loop van de strijd voor hun realisatie.
We gaan ervan uit dat in de strijd het instrument zal gecreëerd worden om het kapitalisme een beslissende klap toe te brengen, zowel in België als elders. We erkennen dat de problemen van werkenden en armen in andere landen in de wereld ook onze problemen zijn en we verbinden ons ertoe concrete steun te bieden aan buitenlandse bewegingen tegen de asociale politiek.
De strijd van de arbeidersklasse tegen de kapitalistische uitbuiting is noodzakelijkerwijs een politieke strijd. CAP ziet het als haar taak om opnieuw de mogelijkheden en het instrument te creëren – een politieke partij - voor het kanaliseren van de klassenstrijd in een bewuste en eengemaakte strijd en om de noodzakelijkheid van haar doelstellingen uiteen te zetten.
We vechten niet voor nieuwe klassenprivileges, maar voor een einde aan de klassenheerschappij en aan het bestaan van klassen zelf, voor gelijke rechten en gelijke plichten voor allen. Vanuit dit standpunt vechten we niet enkel tegen de uitbuiting en onderdrukking van loontrekkenden, maar tegen elke vorm van uitbuiting en onderdrukking, of dat nu gericht is tegen een klasse, een sekse, een nationale afkomst, een communautaire groep,…
Uitgaand van deze principes eist CAP eerst en vooral:
1. Een degelijke en goedbetaalde job voor iedereen, waarbij het werk verdeeld wordt over alle beschikbare arbeidskrachten en waarbij iedereen die niet kan werken, kan rekenen op een comfortabele uitkering.
2. Een kwaliteitsvolle woonplaats voor iedereen, verzekerd door een uitgebreid stelsel van sociale woningen.
3. Toegankelijke en uitgebreide openbare diensten (o.a. gezondheidszorg, onderwijs, transport, energie, communicatiemiddelen,...) gefinancierd met publieke middelen i.p.v. betaald door de individuele gebruiker.
4. Een zorgzame en betrokken samenleving, waarbij alles wordt gedaan om voor iedereen een plaats in de maatschappij te creëren. Geen seksisme, racisme, homofobie,... We verzetten ons tegen elke vorm van onderdrukking of uitbuiting, tegen de verdeel-en-heerspolitiek van vandaag.
5. Een einde aan de afbouw van het stakingsrecht en het recht op vrije meningsuiting. Geen inmenging van de burgerlijke rechtbanken in arbeidsconflicten.
6. Democratische inspraak op alle niveaus. Verkiesbaarheid en permanente afzetbaarheid voor alle functies die een zekere macht of autoriteit inhouden.
7. Voor een einde aan de privatisering van de winsten en de nationalisatie van de kosten: nationalisatie, onder controle en beheer van de werkenden, van de sleutelsectoren van de economie (energie, transport, zware industrie, banken en holdings). In de productie moet rekening gehouden worden met het voorzorgsprincipe en moet de groeiende technologische kennis ingezet worden om te komen tot een milieuvriendelijke productie.
8. De uitbouw van een instrument, een politieke partij die deze strijd kan organiseren op basis van democratische discussie in haar rangen.
9. In België alleen winnen we die strijd niet. Voor het uitbouwen van reële banden van solidariteit met werkenden en armen in de hele wereld, voor het uitbouwen van een wereldpartij tegen het internationale kapitaal.
10. Ons uiteindelijke doel is de uitbouw van een reëel solidaire samenleving, een democratisch socialistische maatschappij.